Voorjaarssterfte

We beleven een voor de gezondheid van karpers uitermate ongelukkig jaar. Een winter met wisselende en relatief hoge watertemperaturen waardoor de karper niet in winterrust is gegaan en een voorjaar, waarbij de watertemperatuur lang onder de 15 graden is gebleven. Van herstel is dus nog nauwelijks sprake geweest. Dat merk je goed. De uitval onder karper is op veel wateren ver boven gemiddeld.  

Elk jaar in april heeft een deel van de karpers onvoldoende weerstand om te overleven

Zachte winter en koud voorjaar 

De situatie is heel goed vergelijkbaar met 2013 toen we ook tot eind mei moesten wachten op klimmende watertemperaturen (boven de 15 graden). Ook toen veel ‘oversterfte’ van karper in onze klimaatzone. Hoewel we de balans nog moeten opmaken en we als BVK vooral moeten afgaan op berichten in de media, is de omvang van de voorjaarssterfte nu groter dan bijvoorbeeld in 2013. Dat verbaast ons niet als je weet dat het grootste deel van die sterftes zich afspeelt in dichtbezette wateren. Speciaal ingerichte hengelvijvers bestonden aanvankelijk vooral in België en de zuidelijke provincies van Nederland, maar zijn thans ook populair (gemaakt) in Groningen en Drenthe. Uit vrees voor aalscholvervraat wordt daar tegenwoordig massaal karper voor gebruikt. Het is geen hogere ‘karperbeheerkunde’ om te weten dat waar een overbezetting aan karper is, er eerder problemen ontstaan. Karpers krijgen het daar in bijna elk voorjaar voor de kiezen, of ze nu worden bijgevoerd of niet.  

CEV-virus 

In het verleden was het het SVC (Spring Viraemia of Carp) dat in het voorjaar de meeste slachtoffers maakte. Tegenwoordig zien we steeds vaker het CEV-virus, dat de dodelijke slaapziekte veroorzaakt, opduiken. In wateren met een dichte bezetting aan karper kan dat tot massale sterfte leiden. Dat hoeven niet per se uitzetwateren te zijn. Ook in ondiepe polders (minder dan 1 meter diep) met semi-natuurlijke bestanden, waar de karperstand hoge dichtheden kan bereiken, slaat dit CEV-virus regelmatig toe. Zoals afgelopen maand in twee verschillende polders bij Amsterdam bleek. Hoe het virus daar terecht is gekomen is de vraag. Meest aannemelijk is dat overbodige (besmette) vissen vanuit vijvers daar zijn uitgezet. Het is werkelijk ongelooflijk hoe vaak dat tegenwoordig gebeurt. Niet alleen vissen, ook schildpadden, konijnen enz. worden ‘in de natuur’ gedumpt. Het lijkt een onuitroeibare gewoonte te worden zolang er geen alternatieven voorhanden zijn. Wellicht goed ook voor Sportvisserij Nederland en de BVK om mensen voor te lichten over de gevaren van dat dumpen van overbodig geworden vissen en andere huisdieren.  

Trieste aanblik van een door slaapziekte getroffen verwilderd karperbestand

Sterfte onder uitzetkarpers 

Ook onder pas uitgezette karpers is er deze uitzetperiode meer uitval dan normaal. Uit ervaring en berekeningen weten wij dat de uitval in het eerste jaar na uitzetting normaal al tot zo’n 30% oploopt.  Dat lijkt bij de 2020–lichting vooralsnog een stuk hoger te liggen. Naast genoemde ongunstige weersomstandigheden speelt ongetwijfeld mee dat door de coronamaatregelen veel uitzettingen zijn verschoven naar het vroege voorjaar. Uitzetkarpers komen in maart/april best vaak in vrij slechte conditie aan bij het water. De watertemperaturen zijn dan te hoog om in rust te gaan en te laag om op krachten te komen en bijvoorbeeld de wonden die zijn ontstaan door afvissen en vervoer te laten herstellen. Daarvoor moet immers het metabolisme van de karper goed op gang komen en dient er voldoende natuurlijk voedsel te zijn. Dat is er nog niet en zelfs eind mei vechten sommige uitzetters nog om in leven te blijven!  

De zon is inmiddels doorgebroken, de watertemperaturen stijgen en het aanbod van natuurlijk voedsel komt eindelijk op gang. Het zal genoeg moeten zijn om de voorjaarssterfte in het gros van de wateren te stoppen.  

Pas uitgezette karper. Zou deze het nog net redden?

Deze voorjaarssterfte leert ons vooral (weer) dat verantwoord karperbeheer soms vraagt om beheersing. We willen als hengelsport zo graag sportvissers bedienen met het gemakkelijk(er) vangen van een karper, maar uitzetten zou geen vanzelfsprekendheid moeten zijn. Denk er van tevoren goed over na en zet bij twijfel over de effecten liever niet of desnoods heel weinig uit!    

Joris Weitjens  

FacebooktwittermailFacebooktwittermail