Karpers in nood (?)

De droogte houdt lang. In de bovenloop van riviertjes als de Oude IJssel en in Limburg is het crisis, maar ook uiterwaarden vallen droog en ja natuurlijk is het in de Oostvaarderplassen ook weer raak. Vrijwilligers zetten zich met man en macht in om vis te redden van een wisse dood.  

Als iets een goed gevoel geeft is dat het wel! Ik zou niets liever doen met dit weer. Lekker vis redden uit de uiterwaarden! Veel beter dan met volle bepakking in de bloedhitte een plekje te zoeken weg van de mensen. Ik wacht daarmee wel tot het weer gaat omslaan. Dat zal toch een keer gebeuren?! En daarmee is ook gelijk het probleem van die droogvallende karpers opgelost! 

Bij deze recente reddingsactie in de uiterwaarden van de IJssel konden ook verschillende projectspiegels worden overgezet naar de hoofdstroom. Chapeau voor de federatie die deze reddingsacties organiseren en de vele enthousiaste vrijwilligers!

Dieren redden 

Ik ben dus zo’n gast voor wie als jongen geen hinkende merel veilig was. Die moest ik vangen om ze thuis te laten revalideren en dan weer vrij te laten. Heerlijk moment zo’n vogel te zien wegvliegen. En nu eerlijk. Dat vangen lukte wel, maar dat revalideren werd eigenlijk bijna altijd een ramp. De volgende ochtend gelijk naar het geïmproviseerde hok. Het beeld van een gecrepeerde merel sneed door m’n ziel. En dan maar begraven met op m’n geweten de kwellende vraag: was die merel zonder mijn tussenkomst niet beter af geweest?   

Dat droogvallen van wateren, hoe zeer geholpen ook door de klimaatverandering is net als overstromingen een natuurlijk fenomeen dat uiteraard al bestond toen er wel al karpers bestonden, maar nog geen mensen. Je mag daarom best verwachten dat karper daar als soort mee om weet te gaan. De natuur en zeker ook karper reageert daar met verschillende overlevingsstrategieën op. Je ziet dat een deel van de karpers instinctief het open water kiest nog voor het link wordt. De achterblijvers moeten uiteindelijk zien te overleven in water waar ze nauwelijks kunnen zwemmen. Het ziet er vaak een beetje knullig of zelfs zielig uit: die ruggen van karpers die ogenschijnlijk niet eens meer onder water kunnen. Toch gaat dat vaak langer goed dan je zou denken. Er moet meestal botulisme of een andere ziekte aan te pas komen om die karpers echt te vellen. Of eventueel een zeearend. Maar daar ga ik niet over klagen! 

Opdrogende uiterwaarden: redden ze zich wel of niet?

Aaskuilen of overleefkuilen? 

Bij mij in de buurt ligt ook een water met een natuurlijk waterpeil. In de zomer van 2018 stond het water daar zelfs nog een stuk lager dan nu. Vanaf de brug met de mooiste naam die je kunt bedenken (Nesciobrug) heb je goed zicht op wat er gebeurt. Je zou als argeloze voorbijganger denken dat die karpers daar zitten opgesloten maar niets is minder waar. Via een slotensysteem kunnen ze naar een stuk open water. Alleen blijven er ’s zomers ‘uit vrije wil’ altijd karpers achter.  

Veel van ons kennen wel de aaskuilen die karpers maken door intensief te azen op een en dezelfde plek. In die zomer van 2018 viel me vanaf de brug steeds op hoe fanatiek ze aan het azen waren in het midden van dat plasje. Je zag de kuil gewoon dieper worden, en toen het echt precair werd met de waterstand konden ze daar nog makkelijk rondzwemmen. Toen begon ik me af te vragen of dit geen instinctieve overlevingsstrategie is van onze karpers?

De droogvallende poel: Hier en daar zwemt een karper doodgemoedereerd rond. Daar waar die meerkoetenfamilie net voorbij zwemt, ligt de aaskuil.

Vandaag stapte ik toch weer eens af om te kijken hoe het er voor stond. Als je niet beter zou weten zou je denken dat het zo gegraven is. Mooi in het midden een vijver van minstens een meter diep en ongeveer 6 vierkante meter groot. Er zijn studenten die met minder genoegen nemen… Hoe dan ook zullen de karpers deze kuil als het er echt op aankomt wel als toevluchtsoord moeten gebruiken. Jullie begrijpen dat ik voortaan iets minder snel geneigd ben om in te grijpen als ik ergens karpers in de modder zie. Hoe groot die aandrang ook is. Voorlopig dans ik toch vooral de regendans! 

Joris Weitjens 

FacebooktwittermailFacebooktwittermail