Herinneringen aan Bob van den Meiracker
De dag voor kerst hoorde ik van Hans-Peter van der Ee dat zijn goede vriend Bob van den Meiracker (64) was overleden. Ik liep twee dagen rond met die zin in m’n hoofd: Bob is dood. Flitsen van herinneringen en gevoelens drongen zich op. De liefde van Bob voor z’n zoon; Bobs laatste warme mailtje aan mij vanuit een steenkoud Canada. Was dat al zo lang geleden? Waar was ik het contact verloren? Lag dat aan mij?
Ik kende Bob al heel lang van de ‘Studiegroep’. We hadden gedeelde roots. Hij viste lang op een van de mooiste plekken van Nederland aan de rand van het Gooi: De Tienhovense plassen. Hij heeft er ooit een diapresentatie over gegeven. Ik zie nog de winterse lisdodde en de prachtige schubkarpers die hij daar in de winter ving. Als ik (een paar keer per jaar) over die kade wandelde met m’n vriendin (vrouw van nu) dacht ik steevast aan het geluk van Bob. Daar helemaal alleen te vissen en ook nog karpers te vangen!
Ik leerde Bob persoonlijk kennen op de beurs van Zwolle. We stonden beiden in de stand van ‘de Studiegroep’ zoals wij De KSN heel lang hardnekkig bleven noemen. Het moet rond 2000 zijn geweest. We sliepen van zaterdag op zondag op een luchtbed op het kantoor bij Aart Lokhorst met wat youngsters. We voelden ons beiden veel te oud en veel te veel buitenmensen om dit vaker te doen (al zie ik er Bob er voor aan dat hij dat toch heeft gedaan). Het was een aanslag op onze weerstand en de volgende ochtend hadden we beiden geen stem meer. Alleen met veel geweld kwam er nog wel iets van geluid diep uit onze kelen. Daar moesten we het die zondag als voorlichters mee doen. Regelmatig schoten we in de slappe lach. Niet bevorderlijk voor het stemgeluid, maar wel voor onze band.
Dat vrolijke beeld van Bob Carp (zoals hij graag genoemd wilde worden) heb ik altijd gekoesterd. En dat kon geen kwaad want Bob was niet alleen maar vrolijk. Hij schopte veel stennis in de karperwereld. Dat weten ze bij de KSN al te goed. Rond 2006 kwam ik door eigen toedoen in een geschillencommissie terecht (samen met Wijtze Tjoelker en Bald de Boer) die we de ‘zaak Bob’ noemden. Bob die ageerde tegen alles wat ‘m niet beviel aan het nest waar hij in was geboren. Maar Bob was veel meer dan z’n scherpe pen. Voor de klusjes waar anderen geen zin in hadden, jeugdkampen, publiciteitsdagen, beursdagen enz. stak Bob als eerste z’n vinger op. We kregen het in de ‘zaak Bob’ voor elkaar dat Bob niet uit de KSN werd gegooid. ‘Gelukkig’ trok hij zich kort daarna steeds meer terug uit de karperwereld om zich aan z’n grote liefde te wijden: de machtige St Lawrence, misschien wel de mooiste karperrivier ter wereld. Ik ben zelf nooit in Canada geweest, bij zijn St Lawrence, maar ik weet zeker dat hij z’n gasten in de watten legde. Gewoon omdat hij dat graag deed voor anderen.
M’n laatste wisselingen met Bob dateren van een jaar acht geleden op een of ander forum. Het ging over ‘die verderfelijke uitzettingen met gemankeerde zielenpoten, zoals Villedonners’. Die hielpen de stokoude originele bestanden van Valkenswaarders om zeep, om zelf al binnen enkele jaren aan vadsigheid te sterven. Ik zocht daarbij de nuance en het onderzoek. Maar vooroordelen kunnen wel degelijk voorspellende waarde hebben. Bij de BVK maken we ons in ieder geval in toenemende mate zorgen om de groeibommen die zo snel van SKP-radars verdwijnen. Criticasters, lastpakken met inhoud, je hebt ze nodig om scherp te blijven. We hadden Bob er bij de BVK graag bij gehad.
Hans-Peter van der Ee mailde me dat een select gezelschap grootwatervissers zoals Kees Verheij, Daniël van Dijk, Remco Maat en Gianluca Casalani hem namens de gehele karperwereld de laatste eer hebben bewezen. Zijn as zal komende zomer op één van zijn favoriete plekken aan de St. Lawrence rivier in Canada worden gestrooid.
Joris Weitjens