Oktober 2023: Dirkje weer!
Dirkje is een van de vele parels van de SKP’s. Jeroen Speet was in oktober 2020 de laatste melder van Dirkje. Deze karper van de eerste SKP-uitzetting in 1998 leek tot 2011 een honkvaste spiegel die niet weg te slaan was uit een kleine hoek in de Amstelboezem.
Maar zoals het vele projectspiegels van de Amstel- en Vechtboezem is vergaan en vergaat, verruilde Dirkje op volwassen leeftijd de intieme veenriviertjes voor het ruime sop. Afgelopen week meldde Jeroen de vis opnieuw, nota bene van dezelfde plek als in 2020 op het enorme Markermeer! Jeroen wilde die belevenis graag met ons delen.
Bijzonder moment
‘Soms zijn er van die momenten, zoals op deze derde maandag in oktober Wat later in de middag dan normaal, toch naar de waterkant. Het weer en dan vooral de wind, bleek goed. Hengels weer op de stekken en even in de rust, aasgedrag waarneembaar, ook toen vismaat Arie even langskwam. We hoorden een klap van een springende karper en zagen een grote kolk tussen de twee stekken, maar het bleef verder stil. Twijfel om de hengels wel of niet even te verleggen. Toch maar niet gedaan. De vrouw kwam met onze hond even langs en ging lekker wandelen. Gezien het tijdstip zou ik gaan opruimen en vismaat Arie vertrok naar huis.
Ik pak de linker hengel, haal de lijn binnen en terwijl ik bij de bus deze sta op te bergen springt de ontvanger naast mij aan, de middelste hengel geeft beweging! Wat volgt is een korte fluiter en daarna heel gestaag een vervolg, de molen loopt rustig af. Bij het aanzetten meteen een goed gevoel bij de vis. Dit is een stevige! Het zwemgedrag komt me bekend voor, rustig naar links, dan naar het wijd, naar rechts en weer naar het wijd, veel kracht, de vis blijft diep en ik kan alleen maar begeleiden. Na een mooie dril komt dan eindelijk de leader boven water en komt de vis onder de kant door het wateroppervlak. Ik kijk, wauw een grote spiegel. Even gaat door me heen: zou het Dirkje zijn? Bijna drie jaar geleden deze eerder hier mogen vangen. In de afgelopen jaren redelijk veel aan Dirkje gedacht of hij nog eens terug zou komen, of hier of elders. Heb een keer een spiegel zien springen waarvan ik vermoedde dat het Dirkje kon zijn.
Het zwemgedrag tijdens de run en de dril lijken er echt op. Voorzichtig glijdt de grote spiegel in het net. Voldaan leg ik de spiegel in de cradle. Inmiddels weet ik het nagenoeg zeker, maar moet het wel bevestigd hebben. Mijn vrouw komt de foto’s nemen. Later thuis vergeleken en inderdaad het is Dirkje! Precies 2 jaar en 363 dagen later, de 1e keer was op 18-10-20 en nu dus vandaag op 16-10-23. Dirkje leek nu ongeveer 2 kilo lichter dan in 2020. ‘s Avonds was het nog steeds nagenieten.
Dirkje is in 1998 uitgezet, nu dus ongeveer 27 jaar oud. Zoals al eerder werd gemeld bij de BVK ‘Van huismus naar globetrotter’ met nu weer een nieuwe stip op de kaart. Wat een mooie afsluiting van de middag en wat een bijzonder moment.’
Jeroen Speet
Commentaar
Hoewel Dirkje er prima uitziet valt gelijk op dat er geen buik meer onder zit. Dirkje is een kuiter weten we uit de eerste periode toen het gewichtsverschil voor en na paai circa 4 kg was. Maar het vergelijkingsmateriaal wat Jeroen ons in handen heeft gegeven laat geen twijfel: Dirkje is 2 kg kwijt in drie jaar tijd! Opmerkelijk en zeldzaam en het vraagt om een verklaring.
Groei en conditie
Wat we geleerd hebben van spiegels die een kleinschalige uitzetomgeving verruilen voor het grote open water; grote rivieren, grote plassen en meren en grote scheepvaartkanalen, is dat groei en conditie (verhouding lengte/gewicht) van die karpers er opvallend op vooruit gaan. Bij jonge karpers uiteraard, maar opvallend genoeg vrijwel zonder uitzondering ook de volwassen karpers. Dat is geen toeval. Op onze grote wateren hebben karpers domweg meer groeiruimte. Waarschijnlijk zijn daar meer voedselbronnen die vervolgens ook veel minder hoeven te worden gedeeld met concurrerende soortgenoten en andere vissoorten. Dirkje verliet afhankelijk van het jaargetijde ergens rond 2012 de Amstelboezem op een gewicht van tussen de 12 en 15 kg. In 2020 woog Dirkje tussen de 15.5 (juli, na de paai) en 18.9 kg (mei, voor de paai) in het Gooimeer/Markermeer. Een groei van circa 3.5 kg.
Anders dan bij ons, zoogdieren, die al rond de puberteit stoppen met groeien in lengte, kunnen karpers in theorie en in de praktijk tot hun dood blijven groeien, mits de omstandigheden ernaar zijn.
Terugval in gewicht (buiten de paaitijd om) komt op dergelijke wateren zelden voor. Ook niet bij de oudjes. Natuurlijk zit er bij die groei ook een genetische component bij en zal Dirkje als Valkenswaarder uit de jaren negentig waarschijnlijk nooit de 30 kg halen, maar toch leek ze goed op weg om die 20 kg grens te passeren.Overzetting OVP-karpers
Dat Dirkje in de afgelopen drie jaar niet is doorgegroeid en haar gewicht zelfs flink is afgenomen, kan mogelijk gelinkt worden aan het feit dat in de omgeving waar Dirkje de laatste jaren vertoefde de grootste karperuitzetting/overzetting in de geschiedenis in Nederland is gedaan! Ruim 100.000 kg, zo’n 20.000 stuks karper, zijn vanuit de Oostvaardersplassen in het Markermeer gezet.
Eerder hebben we al eens aandacht gegeven aan het mogelijke effect van een uitzetting op oude originals (lees druktemakers: Augustus 2020). Niet zelden domineren de kleinste karpers in de eerste jaren de uitzetomgeving en dat geeft stress bij de originals. Die reageren daar verschillend op. De meeste zoeken de rust op en ontvluchten de al te drukke/onrustige omgeving. Het lijkt er echter op dat Dirkje dat niet heeft gedaan en de voedselconcurrentie is aangegaan met de nieuwkomers. Dat verlies je gemakkelijk als grote logge karper tegen die snelle slanke poldergasten. Het lijkt mij heel plausibel dat de terugval in gewicht hieraan te wijten is.
Gelukkig maar dat het water enorm is en de verspreiding van karpers in open water een doorgaand proces is. Wij volgen de ‘kolonisering’ door de OVP’ers zo goed en kwaad als dat gaat aan de hand van meldingen van karpervissers. In 2022 kwamen we ze voor het eerst vrij massaal tegen in het IJsselmeer boven de dijk Enkhuizen en afgelopen jaar doken ze ook op in de vangsten van karpervissers aan de Friese kust. Ook op de Veluwerandmeren zien we ineens de typische OVP’ers: vrij slanke polderschubs tussen de 6 en 12 kg.
Met die verdere verspreiding verdunt de omvang van het karperbestand voor de oostkust van het Markermeer en daarvan zal Dirkje moeten kunnen profiteren. Heel interessant om te zien of de groei en conditie van Dirkje weer aantrekken en die 20 kg op haar oude dag toch weer tot de mogelijkheden gaat behoren? Het zou mij niet verbazen. We wachten de meldingen weer af.
Joris Weitjens