Februari 2023: IJzer 234

Deze ‘spiegel van de maand’ zal wat anders zijn dan wat jullie gewend zijn. Door een jaar van weinig inzendingen op de wateren die ik monitor heb ik niet echt een opmerkelijke vangst te melden. Toch had ik de drang om een artikel te schrijven. Meer bepaald een artikel over een bepaalde vis uit de lichting 2006 van de IJzer.

Naarmate je meer matcht en continue vissen ziet voorbij komen valt je oog soms op bepaalde vissen. Bij ‘IJzer 234’ had ik dat van in het begin al. Een vis die toch wel wat in het oog springt. Wat er namelijk anders is aan deze vis in vergelijking met zijn collega’s van deze lichting is zijn donkere kleur en enorme knik achter zijn kop. Een vis met een groot potentieel om tot een redelijk kaliber te groeien, zou je zeggen. Dat zijn de vissen die je hoopt te zien in de toekomst. Deze spiegel bleek het dus wel goed te doen in de IJzer. Eén groeiseizoen (april 2008) na z’n uitzet werd ‘IJzer 234’ gevangen op 4kg. Dat is 1350g meer dan zijn opzetgewicht. Daarna werd hij wel bijna ieder jaar gemeld. Een echte ‘boilievreter’ dus.

Uitzetfoto ‘IJzer 234’ in 2006

Nu zullen jullie wel denken, hoe is het gesteld met deze vis de dag van vandaag? Heeft hij zijn potentieel waargemaakt? Daar kan ik een kort antwoord op geven: ja! Deze vis werd ondertussen al meer dan 10 keer gemeld! In mei 2015 werd deze vis voor het eerst gemeld boven de 10 kg (11,35 kg). Zijn huidige gewicht varieert tussen de 16 en 17,5 kg (topgewicht).

Bart Vandamme vangt ‘IJzer 234’ op een topgewicht van 17,5 kilogram

Een vis die ook de nodige kilometers aflegt. Hij werd al gevangen op het Ieperleekanaal dat in verbinding staat met de IJzer (onderaan de rode lijn op de afbeelding), maar zelfs tot in Nieuwpoort werd deze vis voor de lens gehouden (bovenaan de rode lijn). Een afstand van ruim 20 kilometer.

Aan de hand van de meldingen durf ik wel zeggen dat ‘IJzer 234’ deze tocht jaarlijks maakt. Het traag op gang komen qua gewicht is mogelijk ook te danken aan het feit dat deze vis veel zwemt? Hoe dan ook een vis die ik hopelijk in de toekomst nog vaker zal zien in mijn inbox.

Owen Janssens (matcher Ieperlee/ IJzer en Kanaal Nieuwpoort- Duinkerke, lid Provinciale Visserijcommissie)

 

Commentaar

 

Goed om weer eens een Vlaamse spiegel te kunnen verwelkomen. Eentje van de IJzer, waar in 2001 onder leiding van Patrick Vercamer begonnen is met fotograferen voor het eerste Belgische SKP! Owen vraagt zich af of het verhaal van deze IJzer 234 wel de moeite waard is? Daar hoeft hij zich geen zorgen over te maken. Er valt over heel veel projectspiegels veel meer te zeggen dan je misschien op het eerste gezicht zou denken.

 

Groei migratie

 

Filip hield ons lange tijd op de hoogte van het reilen en zeilen van SKP IJzer, uitmondend in een uitgebreid stuk in Spiegelbeelden (analyse van 17 jaar spiegelkarperprojecten (2017)).

 

Filip concludeert in dat rapport dat de groei op de IJzer gemiddeld minder dan 1 kg per jaar is en veel karpers na verloop van jaren zijn blijven steken op een gewicht van 9 tot 12 kg. Vergeleken met de groei van uitzetkarpers die we nu volgen op bijvoorbeeld de grote rivieren of grote boezemsystemen is het groeitempo op de IJzer bijzonder traag. En we hebben het hier nota bene over consumptievissen, geleverd door kweker/leverancier Bijnens.

 

 

Het is meteen duidelijk voor Owen dat de IJzer 234 iets bijzonders heeft. Hoewel een hoge bouw of een knik achter de kop vaak meer belooft dan in de praktijk blijkt, maakt deze vis de verwachting wel degelijk waar met een topgewicht van 17.5 kg. Toch kan je ook bij deze vis zeker niet van snelle groei spreken. Het duurde bijvoorbeeld van 2006 tot 2015 aleer de 10 kg werd gehaald door de 234. Dat zijn bijna 10 groeiseizoenen.

 

Owen vraagt zich af of het trage op gang komen van de groei misschien te maken heeft met de excessieve migratiebewegingen? Slank blijven door veel te bewegen. Dat klinkt misschien plausibel vanuit menselijk perspectief, maar na 25 jaar SKP-monitoring weten we wel beter. Ik ben inmiddels zelfs van het tegenovergestelde overtuigd: hoe meer kilometers een karper per jaar aflegt hoe groter de kans dat deze z’n volle potentieel bereikt! Legio voorbeelden daarvan. Maar hoe valt het groeiverloop van de 234 dan te verklaren?

 

Groei en omgeving

 

Het valt mij al veel langer op dat bij uitzet in kleinere, smalle rivieren en vaarten met een kenmerkende hoge visbezetting aan brasem/karper groeistagnatie bij de uitzetters eerder regel dan uitzondering is. Juist in die wateren vinden relatief veel SKP-uitzettingen plaats, zoals dus ook in de IJzer. Vaak zijn er wel degelijk mogelijkheden tot migreren naar groot open water, maar blijven die uitzetters toch opvallend lang hangen in de omgeving waar de visbezetting relatief hoog is en dus de voedselomstandigheden minder zijn. Pas als ze die stap (durven) nemen en de omgeving verruilen voor het grote open water krijgt die karper de kans om door te groeien.

 

Veel grote karpers van echt groot water kom je alleen in de paaiperiode tegen in ondiepere sloten! (Foto: Boudewijn Margadant)

 

Waarom de blijvers in die eerste jaren na uitzet genoegen nemen met die mindere voedselomstandigheden zal ongetwijfeld te maken met een basisbehoefte van (met name jonge) karpers: veiligheid. Toch zien we als zo vaak bij het bestuderen van karper dat er ook wat betreft drang naar veiligheid flinke onderlinge verschillen zijn. De ene karper lijkt bijvoorbeeld heel weinig vrees te hebben voor sluizen, grote open waterzones of drukke kanalen terwijl andere zich liefst zoveel mogelijk schuil houden. Je kunt je voorstellen dat beide overlevingsstrategieën voor- en nadelen kunnen hebben. Snel groot worden heeft bij karper als belangrijk voordeel dat je ongrijpbaar wordt voor grote snoeken bijvoorbeeld! Maar de karpers in die lang in die voedselarme zones verblijven en daar relatief traag groeien hebben wel de bescherming van de groep in een relatief veilige omgeving.

Het lijkt erop dat ‘IJzer 234’ een zelfde leefpatroon heeft ontwikkeld na die eerste magere jaren.

 

De Verstekeling is nog zo’n typisch voorbeeld van een karper die tien jaar na uitzet voor het eerst buiten de uitzetomgeving werd gevangen en vervolgens opdook in de randmeren, het IJsselmeer en het Amsterdam-Rijnkanaal en in die laatste periode ruim 7 kg aankwam.

Je kunt je in dit verband ook afvragen wat er gebeurt als je (tegen onze adviezen in) karpers als k3 midden in de hoofdstroom van bijvoorbeeld een grote rivier of een kanaal als het Amsterdam Rijnkanaal uitzet. Dat is dus tegen hun natuur in. Overleven die dat wel? Maar als  ze overleven lijken ze wel degelijk sneller te groeien! Zeker een leuk onderwerp voor een volgende Spiegel van de Maand!

 

Boilievreter

 

Owen typeert ‘IJzer 234’ vanwege het frequente verschijnen op de mat als een echte boilievreter. Veel karpers (lang niet allemaal) zijn echte opportunisten en maken graag gebruik van die boilietapijten. Het lijkt wel of gevangen-worden op deze boilievreters weinig indruk maakt. Keer op keer gaan ze voor de bijl. Het ligt naar mijn indruk niet in de aard van een zwerver als ‘IJzer 234’ is (geworden) om heel lang te blijven hangen op dezelfde voerplek en dan is het op de IJzer maar de vraag of zo’n zwerver snel weer tegen een boilietapijt aanloopt.

 

Toch hebben de snel verspreidende voerbergen van gesponsorde karpervissers de laatste jaren op boezemsystemen wel degelijk effect op de topgewichten en het breder worden van de top aan echt grote karpers (20 kg-plus). Van mij persoonlijk hoeft dat ‘opfokken’ niet zo. Het riekt naar de praktijken op circuitwateren en betaalwateren (nee niet alle, maar pas die schoen vooral af en toe nog eens!) waarbij karpers tegenwoordig letterlijk worden vetgemest.

 

Wat betreft de IJzer wees Filip Matthys in Spiegelbeelden al naar de potentiele vreetschuur van zwervende IJzerkarpers: de brakke havens van Nieuwpoort! Tegen het zeebanket daar kunnen geen boiliebergen op. Dus wie weet zal ‘IJzer 234’ ons inderdaad nog verrassen met een laatste groeisprint.

 

Joris Weitjens

FacebooktwittermailFacebooktwittermail