Maart 2020 – De Hoogwaterspiegel

Hoog water in de rivieren. Ondergelopen uiterwaarden, gestreken stuwen. Weleens gezien hoe hard het dan stroomt op de rivier zelf? ‘Je kunt het niet nakijken,’ hoorde ik een visser eens zeggen. Sinds half februari heeft het peil van de grote rivieren ruim een maand lang hoog gestaan. Ik ben altijd weer benieuwd wat dat betekent voor migratie en verspreiding van karpers? Laten karpers zich meevoeren, of kruipen ze weg in bijv. uiterwaarden. Overleven ze het eigenlijk wel?

Riviervisser Wim Hanegraaf meldde onlangs via een kennis een spiegelkarper van een zijwater van de Maas. Gevangen door een witvisser!

Ik werd meteen getriggerd door de foto. Wat doet die man met z’n pannet aan die woeste uiterwaarden? Die witvisser, Peter Verhaar bleek bereid om zijn avontuur op papier te zetten.

De vangst

In de vroege ochtend van zondag 8 maart jl. hadden we met visvereniging HSV de Brasem uit Lith onze 2e viswedstrijd van dit jaar. De weersverwachting was niet al te best: harde wind en ook nog de hoge waterstand. Daarom waren we genoodzaakt om tegen de wind in te vissen. Ik viste met een feederhengel onderlijn 0.15 mm en een angel nr.10.

Na ongeveer anderhalf uur kreeg ik een aanbeet en dacht toen dat het waarschijnlijk een grote brasem was, maar na vijf minuten flink trekken kwam er tot mijn verbazing een grote spiegelkarper mijn kant op. Waarschijnlijk door de tegenwind voor mij en de wind mee voor de karper kon ik hem vrij snel landen. Na het wegen bleek de spiegelkarper 6750 gram te wegen.

De spiegelkarper was mijn enige vangst van deze dag maar ik werd er wel eerste mee!

Peter Verhaar

 

Allereerst, petje af voor die visclub die met zulk weer ‘gewoon’ een wedstrijdje vissen. Ik ken genoeg karpervissers die dan liever bij de kachel blijven zitten…

 

Collega-matcher bij de Matching Community Ruud Wagner vond de vis algauw bij de 2017-lichting van de Maas. Ik moest even Google Earth inschakelen om te ontdekken dat de vis één stuwvak was gezakt.

 

De match

De match

Kenner van het gebied, Wim Hanegraaf had dat al vermoed. Hij vertelde me dat bij eerdere Maasuitzettingen kort na die uitzetting de stuw bij Lith was ‘getrokken’ en veel spiegels aan de andere kant: de open (Bergsche) Maas terecht waren gekomen. De vraag die direct bij me opkwam was: zijn dergelijke verplaatsingen van jonge karper wel ‘vrijwillig’?

Hier krijg je een indruk van het strijken van zo’n stuw en het geweld van het water.

 

 

 

Uitspoelen

 

Precies een jaar geleden ving een beroepsvisser aan de zeekant van de Haringvlietdam enkele karpers waarvan we er eentje herkenden als een projectspiegel die een paar maanden eerder was uitgezet in de Dordtse Kil.

 

Uitgespoelde karpers op de markt in Den Haag in maart 2019

Uitgespoelde karpers op de markt in Den Haag in maart 2019

Het is geen uitzondering dat zoetwatervis aan de zeekant van die dam tussen Noordzee en Haringvliet belandt. Voorzichtige schattingen spreken over gemiddeld meer dan 1000 kg zoetwatervis per dag die op zee terechtkomt. Het hoeft die vissen niet fataal te worden, zolang ze de kans en de tijd maar krijgen zich weer terug te trekken voor het tij keert en de zoete tong wordt weggedrukt door zeewater. Met de Haringvlietdeur (sinds 2018) op een kier heeft zoetwatervis tegenwoordig veel meer kans om zich op tijd ‘binnendams’ terug te trekken.

 

Hoe dan ook heb je als vis verschillende vaardigheden nodig om je staande te houden bij een extreme afvoer van het water. Denk aan navigeerkwaliteiten, maar natuurlijk ook kracht. Uit onderzoek (Visionair februari 2020) blijkt dat volwassen karpers weinig moeite hebben met stroomsnelheden van circa 5,5 km per uur, terwijl brasems daar al serieuze problemen mee hebben. Volwassen karpers zijn dus, zeker zolang de bouw van de karper niet al te lomp is, goed aangepast aan ‘gierende omstandigheden’. Dat ligt wellicht anders voor jonge net uitgezette karpers.

 

Niet alleen kracht en uithoudingsvermogen zijn in geding, vergeet ook niet dat je van net uitgezette karpers geen al te grote navigeerkunsten kan verwachten. Integendeel: die uitzetters zijn logischerwijs totaal gedesoriënteerd! Je ziet nogal eens van die uitzettingen in de volle hoofdstroom van rivier of kanaal. Als k3 word je dan gelijk zwaar op de proef gesteld, helemaal als het gaat om k3 uitzetters waarvan de bouw vooral is aangepast aan een etensbord… In sterk gekanaliseerde en/of bekade rivieren kunnen, bij een hoge afvoer die uitzetters geen kant op, of beter gezegd maar één kant op en dat is met de sneltrein richting Noordzee of IJsselmeer.

 

Franse SKP-uitzetting in maart 2020 aan een kolkende rivier (Vienne). De Franse uitzetters waren wel zo verstandig om de vissen met de boot naar luwe gedeeltes te brengen. (Foto: Robert Paul Naeff)

Franse SKP-uitzetting in maart 2020 aan een kolkende rivier (Vienne). De Franse uitzetters waren wel zo verstandig om de vissen met de boot naar luwe gedeeltes te brengen. (Foto: Robert Paul Naeff)

Buiten de hoofdstroom

 

Beter is het om uit te zetten in zijwateren van rivier of kanaal met liefst voldoende ‘schuilsubstraat’ in de buurt. Op die manier gun je ze de opgroei- en acclimatisatietijd waar een groot deel dankbaar gebruik van zal maken. Het is ook geen toeval dat de betere terugmeldpercentages bij openwater-uitzettingen genoteerd worden bij uitzetlocaties die ver van de hoofdstroom af liggen.

 

Nee, ook de meest ideale uitzetplek kan niet voorkomen dat een deel van de uitgezette karpers toch direct op pad gaat. Daar hebben we altijd weer voorbeelden van. Spectaculair natuurlijk om een melding te krijgen van zo’n jonge projectspiegel die binnen de kortste keren 25 km verderop is beland, wij zijn daar tegenwoordig dubbel over. Ze verdwijnen namelijk na die eerste verre melding opvallend vaak totaal uit beeld. Het is aannemelijk dat deze ‘vlieders’ snel inboeten qua conditie en gezondheid en voor ze zijn gesetteld het loodje leggen. Ik denk tegenwoordig: laat ze die excessieve zwerftochten maar bewaren voor na hun puberteit, als ze in hun volle kracht zijn en beter aangepast aan de soms extreme omstandigheden op open water.

 

Uitzetting in kader SKP-Amsterdam Rijnkanaal in december 2019. Ruim 200 meter van de hoofdstroom nabij een haven (Foto: Ate Loonstra)

Uitzetting in kader SKP-Amsterdam Rijnkanaal in december 2019. Ruim 200 meter van de hoofdstroom nabij een haven (Foto: Ate Loonstra)

Nog even over deze spiegel van de maand. Heb ik net een mooi verhaal opgehangen over de kracht die karpers nodig hebben om zich te handhaven in snelstromende rivieren, legt nota bene deze feedervisser met 15/100 de vis binnen 5 minuten op de mat… Zou het wat zeggen? Het zou mij niet verbazen dat deze spiegel zich gesetteld heeft in dit zijwater van de Maas en net een beetje wakker was geworden. Op het oog is de vis na z’n derde winter in open water in ieder geval in prima conditie. Klaar om de dynamiek van de Maas de baas te blijven. Jullie horen het als de vis weer wordt gemeld.

 

Joris Weitjens

FacebooktwittermailFacebooktwittermail