Juni 2020 – Schuts rijen

Dat het aanduiden van karpers met het begrip ‘monument’ hilariteit opwekt bij buitenstaanders kan ik me goed voorstellen. Maar toch als je deze vis ziet en iets van de geschiedenis en (mogelijke) herkomst weet, schiet me geen andere term te binnen. Het verhaal van de hoofdrolspeler van deze Spiegel van de maand opent met het relaas van bekende Groninger karpervisser Roelof Schut. Niet de eerste die dé rijenkarper van de zuidelijke randmeren wist te vangen, maar wel de eerste die deze vis in de etalage van het grote publiek zette.

Kamp Kraal/Schut september 1999

Kamp Kraal/Schut september 1999

 

Roelof vertelt zelf:

´Het was in september 1999 dat ik een uitnodiging kreeg van Marco Kraal voor een gezamenlijke sessie op de zuidelijke randmeren. Soms kwam hij bij mij en deze keer reisde ik af naar hem. ’s Avonds, terwijl we aan de waterkant genieten van het avondeten, zei ik tegen Kraal:

“Het zou toch wat zijn als ik hier een rijenkarper zou vangen!”

Dat zei ik omdat destijds een rijenkarper zeldzaam was in Nederland (vanaf 2001 werd dat anders) en voor mij een droomvis was. Ik wist van één ‘perfecte’ rijen in de provincie Groningen. Het noemen van het mogelijk vangen van een rijenkarper kwam spontaan in mij op en even later hadden Marco en ik het weer over andere karperzaken.

Midden in de nacht loop ik het ondiepe water in om een gehaakte karper te scheppen. Ik land de vis, kijk in het net en zeg droog tegen Kraal:

“Het is een rijen…”

Kraal dacht eerst dat ik een grapje maakte, maar het tegendeel was dus waar. Vloeken dat hij deed! Hahahaa!

Voor mij kwam er een droom uit. Karma! Eindelijk had ik mijn rijenkarper en ook nog op een mooi gewicht van 27 pond.´

Roelof Schut

Roelof Schut, aanjager en organisator van het SKP op open water in Groningen dat in 1999 van start ging. Precies het jaar waarin Roelof het onderwerp van deze Spiegel van de maand ving op de zuidelijke randmeren.

Roelof Schut, aanjager en organisator van het SKP op open water in Groningen dat in 1999 van start ging. Precies het jaar waarin Roelof het onderwerp van deze Spiegel van de maand ving op de zuidelijke randmeren.

 

Om deze vangst aan het prille begin van het SKP-tijdperk in perspectief te zien moet je weten dat 95% van de karper in de randmeren in de jaren 1990 bestond uit verwilderde schubs. Die wetenschap was destijds natuurlijk ook de drive achter de SKP-gedachte: de spiegelkarper van open water redden van de ondergang. Wat je ook moet weten is dat karper in de randmeren toen nog net geen plaag vormde. Met een beetje geluk (nou ja, je moet wel van voortdurende actie houden) ving je op een middag zomaar tien vissen of meer. ‘IJsselmeerschubs’ van gemiddeld een pond of 12 en met een vis boven de 20 pond was je echt blij. Praktisch allemaal afkomstig van natuurlijke aanwas. Het extreem ondiepe en troebele water bood toen klaarblijkelijk voldoende opgroei- en schuilmogelijkheden voor karperbroed. Er zwom in de zuidelijke randmeren zelfs zoveel karper dat de OVB serieus overwoog om daar jaarlijks karper af te vissen en te verkopen aan hsv’s!

 

Roelof wist dus als gastvisser in die grabbelton vol modale IJsselmeerschubs die ene rijenkarper van 27 pond te vangen! Ik kan me voorstellen dat Marco met gemengde gevoelens de felicitaties overbracht aan Roelof…

 

Goed, de meeste van ons weten wel hoe het nu is geworden in de randmeren. Fosfaten namen af, het water werd helder en plantenrijk. Heerlijk, voor met name snoek. Succesvolle karperopgroei is in dat milieu echter niet kansrijk. Of die krimp van ‘IJsselmeerschubs’ erg is, daar wordt door karpervissers verschillend over gedacht. De karperstand van de randmeren bestaat thans voor circa 25 % uit uitgezette exemplaren. Zo’n relatief klein, gemengd bestand van nu vraagt best veel van karpervissers. Je krijgt er echter wel wat voor terug in de vorm van prachtige zware spiegels en zeker ook doorgegroeide IJsselmeerschubs.

 

Genetische rijenkarpers

 

Roelof heeft natuurlijk gelijk dat rijenkarpers voor 2001 (het jaar waarin de OVB/Valkenswaard circa 5000 rijenkarpers leverde aan uitzetprojecten) in Nederland zeldzaam waren. Toch waren ze juist in die verwilderde karperbestanden niet veel minder zeldzaam dan spiegelkarpers. Dat heeft een genetische achtergrond. In de jaren 1950 en 1960 werden, zeker door Heidemij, maar ook nog door de OVB, klassieke consumptierassen uitgezet met daartussen niet zelden leder- en rijenkarpers. Een deel daarvan kwam bedoeld of onbedoeld op open water terecht en kruiste met IJsselmeerschubs. Schub x leder geeft een deel rijenkarpers en rijen x rijen geeft natuurlijk ook een groot deel rijenkarpers. Dat kun je als het je interesseert altijd rustig nalezen op deze pagina.

 

Björn Udink in 2014 met Schuts rijen (let op de ontbrekende borstvin) op 18.7 kg.

Björn Udink in 2014 met Schuts rijen (let op de ontbrekende borstvin) op 18.7 kg.

 

Dat Schuts rijen een echte rijen is en geen spiegelkarper vermomd in rijenkleren is geen uitgemaakte zaak. We kennen de ouderdieren en broertjes en zusjes uiteraard niet dus moeten we op andere kenmerken letten. Die ononderbroken rij schubben van ongeveer gelijke grootte op de zijstreep geeft meteen een sterke indicatie dat het om een (genetische) rijenkarper gaat. Bij veel bloedlijnen (ook die van lichting 2001) van rijenkarpers zijn de schubben wel een stuk kleiner en soms bijna perfect van gelijke grootte. Het aantal schubben op die zijlijn is ook een stuk hoger. In Engeland noemen ze die rijenkarpers: ziplinears. Schuts rijen is duidelijk een ander type rijenkarper.

 

Wat meteen opvalt als je de rechterkant ziet is dat de borstvin daar volledig ontbreekt! Dat kan een ongeluk zijn geweest, maar van echte rijenkarpers is ook bekend dat afwijkingen aan vinnen vaak voorkomen en ook dat wonden aan vinnen lastig of niet genezen. Kortom: wij houden het op een echte rijen.

 

Leeftijd

 

Zeker is dat Roelof met z’n vangst van deze rijenkarper niet de eerste was. Sterker er waren weinig lokale karpervissers die de rijen toen al niet kenden. Bij de eerdere vangsten (midden jaren 1990) woog de rijen steeds rond de 23 pond. Dat maakt het waarschijnlijk dat de vis in 1999 al een jaar of twintig oud was en mogelijk nog een stukje ouder. De karpers van de randmeren groeiden toen een stuk minder hard dan later bij de uitgezette projectspiegels het geval was. Natuurlijk een kwestie van genen, maar zeker ook van omstandigheden.

 

Schuts rijen laat prachtig zien hoe een vis ook op hoge leeftijd kan/zal profiteren van omstandigheden met meer (voedsel)ruimte. Want nee, na Roelofs vangst viel de groei bepaald nog niet stil. Rond 2013 tipte de rijen zelfs de 100 cm aan bij een gewicht van tegen de 20 kg. Na 2014 lijkt de groei er definitief uit.

 

Schuts rijen heeft in de loop der jaren al heel wat karpervissers geluksmomenten bezorgd!

Schuts rijen heeft in de loop der jaren al heel wat karpervissers geluksmomenten bezorgd!

Inmiddels leven we in 2020 en vorige maand wist Björn Udink deze vis voor de tweede keer in z’n leven te vangen. Dat maakt dat deze rijen niet veel jonger kan zijn dan 40 jaar oud! Dan zit je in geboortejaar 1980 of eerder.

Schuts rijen half mei 2020 voor de tweede keer met Björn Udink: still going strong!

Schuts rijen half mei 2020 voor de tweede keer met Björn Udink: still going strong!

Meest waarschijnlijk is dat de vis een directe nakomeling is van een leder- of rijenkarper geleverd door Heidemij of OVB en het resultaat is van een natuurlijke kruising in de randmeren. Maar ook niet uit te sluiten valt dat deze vis rechtstreeks uit een kweekvijver is gekomen van de OVB. De lichting rijenkarpers 2001 laat in ieder geval zien dat Viskweekcentrum Valkenswaard anno 2000 nog over ouderdieren met het ‘rijengen’ beschikte. Na 2001 zijn er door Valkenswaard geen rijenkarpers meer geleverd. Wel door andere leveranciers. In 2016-2017 leverde Carpfarm schitterende zip-linears. Daarna waren rijenkarpers in de uitzetlichtingen in Nederland en België verdwaalde zeldzaamheden.

 

Een 2001-rijen van Valkenwaard en een Brennen-rijenkarper van Carpfarm 2016

Een 2001-rijen van Valkenwaard en een Brennen-rijenkarper van Carpfarm 2016

 

Wat de BVK betreft zijn echte rijenkarpers altijd al een aanwinst geweest voor de karperbevolking waar ook. Denk ook maar eens aan de spraakmakende linears van Redmire Pool. De verliezen zullen wellicht wat groter zijn bij de kweek en de vinpartijen lang niet altijd gaaf, maar de uitstraling maakt heel veel goed. Hoe dan ook: als één vis van het open water de titel monument versierd is het wat mij betreft dé rijenkarper van de Randmeren.

 

Joris Weitjens

 

FacebooktwittermailFacebooktwittermail