December 2020: Het ontbrekend puzzelstukje

Reeds enkele jaren ruil ik gedurende de maanden december, januari en februari mijn karperhengels in voor de vliegenhengel. Het visuele van een aanbeet van een snoek op de streamer in ondiep water, of zelfs alleen maar die grote snoekendame die volgt, het spelletje doorheeft en omdraait zonder toe te happen… adrenaline ten top. Daar doen we het als hengelaars toch voor? En laat nu net die winterperiode mij daar iets te weinig van geven op karpergebied om lekker in mijn vel de winter door te komen. Een jaarlijks terugkerend zijspoor dus voor deze adrenalinejunkie. Zo ook deze decembermaand.

Broodnodige winterse adrenaline.

De batterijen waren al een weekje uit de beetverklikkers. Bang voor lekken van de batterijen wegens inactiviteit, weet je wel. Plots krijg ik ’s avonds een enthousiast berichtje vergezeld van enkele foto’s. Mijn schoonbroer, Simon Steelant, is er in geslaagd overdag een goed gebouwde en tevens knap beschubde spiegelkarper van 9kg te vangen op de Leie. Behalve een verloren instant nachtje op de Schelde en een discrete sessie op een afgelegen Pools boswater, wat later een overbezette opkweekput voor arme Weihnachtskarpfen bleek, visten we nog niet zo vaak samen. Over spiegelkarperprojecten had ik hem op familiemomentjes in het gezelschap van een Duvelke al uitvoerig verteld en het hoofd op hol gebracht. De drang naar de vangst van een heuse projectspiegel van open water was er dus gauw. En nu was het hem gelukt er een te vangen!

Simon Steelant met zijn eerste projectspiegel van open water.

Na het ontvangen van z’n vangstfoto’s verwittig ik Jeroen Verschaeve de screener/matcher van dienst en bezieler van het Leie-spiegelkarperproject. Zou dit Simon z’n eerste projectspiegel zijn? De uitzetarchieven Leie van zowel Oost- als West-Vlaanderen worden door Jeroen uitgespit, maar vruchteloos ondersteboven gekeerd. Filip blijkt meer succes te hebben en kan na kort opzoekwerk in z’n KGO-archief de spiegelkarper matchen met een plankfoto. Een vrij jonge Tsjechische spiegelkarper van de lichting december 2018 op het Kanaal Gent-Oostende te Lovendegem, aangeleverd door Viskwekerij Corten. Een allereerste terugmelding zowaar. Mijn schoonbroer kan z’n geluk niet op met nummertje 979. Het is hem in ieder geval gegund na een jaartje afwisselend de Leie en een Frans kanaal te hebben bevist.

Simon’s vis hier op de plank, het betrof de eerste terugmelding.

Simons projectspiegel blijkt dus een aardige zwemmer te zijn. Na uitgezet te zijn op het Kanaal Gent-Oostende te Lovendegem (Oost-Vlaanderen) zocht onze adrenalinebrenger andere oorden op. Welke afslag richting West-Vlaanderen daar hebben we het raden naar. Ofwel nam hij de afslag op het kruispunt met het Schipdonkkanaal ofwel nam hij dat met de Toeristische Leie en zette zo z’n weg verder. In dit laatste geval een pak meer kilometers op de teller maar op dit stukje rivier met z’n aantrekkelijke karakter en bochtenwerk kon hij zich een rustiger zwerversleventje aanmeten dan op een watersnelweg als het Schipdonkkanaal. Om uiteindelijk op het stuk gekanaliseerde Leie van het sluisdeel Harelbeke-Sint Eloois Vijve terecht te komen nam hij z’n allereerste migratieknelpunt, zijnde de stuw ofwel de scheepsluis. Opnieuw hebben we het er het raden naar. Wat wel een zekerheid blijkt te zijn is dat deze spiegelkarper tijdens de tocht zeker z’n buikje rond wist te eten. Zeven kilogram gewichtstoename op exact 2 jaar tijd getuigt van een nomadenleven zonder voedselzorgen. Of bevond ons onderwerp voor deze Projectspiegel van de maand zich reeds korte tijd na uitzet op de plaats van de vangst? Deze ontbrekende puzzelstukjes zorgen ervoor dat het monitoren van projectspiegels nooit gaat vervelen en een stukje mysterie altijd aanwezig blijft. De vreugde van de vangst is er bij mijn schoonbroer Simon niet minder om, integendeel! En ik denk er stiekem aan die batterijen toch maar weer terug te stoppen in mijn beetverklikkers.

Maiko Busschaert

Commentaar

 

Een projectspiegel uit het kanaal Gent – Oostende die op de Leie gevangen wordt. Moest ik dat al niet vaker noteren in mijn excelbestand? Dringend tijd om dit even uit te pluizen! Als leidraad neem ik maar even die 2018-lichting op de korrel. In het jaar 2020 kreeg ik vijftien meldingen uit die Corten-lichting binnen. De kolom ‘vangstlocatie’ werd vervolgens geselecteerd en gesorteerd. Wat bleek? Van die vijftien meldingen blijken slechts drie spiegels op het kanaal zelf (eentje richting West-Vlaanderen, twee richting Gent) gevangen. Dat is omgerekend 20 procent. Dat wil meteen ook zeggen dat 80 procent op een ander – aangetakt – water werd gevangen. Vijf meldingen vanop de Watersportbaan te Gent, vijf meldingen vanop de Leie (flink verspreid over de rivier), één melding op het kanaal Gent – Terneuzen (in de dokken nabij Gent, weliswaar) en eentje op Gents binnenwater.

 

 

Of hier een verklaring voor is? Mogelijk.  Je moet weten dat het kanaal Gent – Oostende ter hoogte van de uitzetplaats te Lovendegem een druk bevaren kanaal is. De Noordoever bestaat er uit betonnen kopbalken, de Zuidoever bestaat er uit erg grove stenen. Weinig ‘romantiek’ dus, noem het gerust een snelweg. Ook voor karper! In Nederland is de quasi onbestaande aantrekkingskracht van het Amsterdam-Rijnkanaal genoegzaam bekend. Karper neemt ‘m wel als route, maar blijft er zelden of nooit hangen. Dat zal op het kanaal Gent – Oostende ter hoogte van Lovendegem niet anders zijn. Achteraf bekeken dus een slechte keuze wat uitzetlocatie betreft…

 

Feit is dat flink wat projectspiegels van de lichting 2018 richting het Oosten trokken en daar de Ringvaart van Gent op zwommen. Van daaruit hadden ze de keuze richting rustiger water. De Watersportbaan met zijn onnoemelijk hoog aantal wedstrijden (lees: constante aanvoer van aas), het rustige en natuurlijke meanderende karakter van de toeristische Leie, of zomaar ergens in de Gentse binnenstad. Enkel die vangst in de dokken van het kanaal Gent – Terneuzen vormt een uitzondering, ook daar is het lawaai en beweging troef.

 

Eén vraag blijft hangen bij me. Waarom kozen twaalf van die vijftien vissen om meer richting Oosten te trekken? Gewoon kuddegedrag? De grote hoop volgen bij gebrek aan eigen inzicht en ervaring? De laatste jaren is het aardig wat attente vissers gaan opvallen dat karper gedurende de wintermaanden (november is nog geen winter, mannen) het kanaal zelf gaat mijden. In de maand december is er dus mogelijk een ‘trek’ van het originele bestand richting rustiger gebied. Gent dus! Hebben de in december uitgezette spiegeltjes gewoon die beweging van de originals gevolgd en zijn ze zo als vanzelf richting Oosten (en rust!) getrokken? Ik sluit het in ieder geval niet uit.

 

Uit nieuwsgierigheid heb ik er even de cijfers van een andere Lovendegem-uitzetting bij genomen. Toen werd er al in november uitgezet, en was er nog geen sprake van de ‘grote trek’ richting Oosten. De uitzetspiegeltjes werden toen dus niet beïnvloed bij het kiezen van hun verplaatsing. Pas later, toen ze al een paar weken de tijd hadden om hun draai te vinden, begon de ‘winter’. Geloof het of niet, maar van de acht 2020-meldingen uit die 2016-lichting werden er zeven teruggevangen op het kanaal zelf. Slechts eentje had de verplaatsing richting Oosten gemaakt.

 

Ik geef het graag toe, bovenstaand (pas uitgezette spiegels kiezen het spoor van de originele populatie) is zomaar een gedachtegang. Maakt net dat speculeren onze hobby niet uitermate boeiend? In ieder geval iets om met bijzondere aandacht in het oog te houden. We maken er bij de BVK werk van!

 

Filip Matthys

FacebooktwittermailFacebooktwittermail