December 2019 – Het zorgenkindje

Op een dag in november, het was zondag en hinderlijk veel mensen liepen een rondje, stuitte ik nog geen vijf minuten na een onderhandse worp op een aanbeet. Beetje tam drillen om geen omstanders te mobiliseren was het parool. Geen al te grote vis. Vast een schub. Nee, een spiegel! De reflex is na al die jaren nog niet verdwenen: spiegel, welk formaat ook, wil/moet ik in het net hebben. O, rustig aan. Kijk uit die paal… Helemaal niks aan de hand natuurlijk en meteen na het bewonderen van de prachtige beschubbing kon het ‘dateren’ beginnen. Qua grootte kwam ik op een 2018 , en zelfs dan was-ie niet hard gegroeid. De nog redelijk verse wond op z’n flank baarde een zorg: was dit wel een overlever? Thuis gekomen bleek het een Valkenswaarder uit 2017.

 

Het zorgenkindje eind november 2019. Let ook op het verschil in bouw met de plankfoto

Het zorgenkindje eind november 2019. Let ook op het verschil in bouw met de plankfoto

Ontdekking

Natuurlijk wisten we ook voor de SKP-uitzettingen wel dat niet alle uitzetters een lang leven tegemoet gaan. We hadden toen de bijna mythische 5% sterfte per jaar van de OVB als norm. Bij navraag bleek dat getal slechts een schatting op basis van ervaring.  Ik verloor m’n onschuld definitief in de loop van 2004. Dat kwam zo.

In 2002 hadden we in Amsterdam 250 Valkenswaarders uitgezet op de vaste uitzetplek in de boezem. We wisten intussen wat de migratierichting was en in 2003 zaten we er klaar voor op een strategische plek aan de Amstel. Een enorme stroom 2001-rijenkarpers deed onze stek aan, maar slechts een enkele 2002. Aan de groei merkten we niks maar wel aan de conditie. De witte bultjes die we zagen, bleken karperpokken te zijn. Dat is bepaald niet dodelijk maar wel een teken van geringe weerstand. Best lang nog ben ik blijven geloven in een sprookje: misschien waren de 2002’ers massaal de andere kant opgegaan en zwommen ze nu vrolijk rond in het onbeviste IJ? Achttien jaar meten verder is er geen ontkomen aan: het terugmeldpercentage (tmp) van deze lichting is nooit boven de 4.8% gekomen en misschien nog veelzeggender: vanaf mei 2008 tot de dag van vandaag is er geen enkele nieuwe 2002-er meer bijgekomen! Dan mag je rustig concluderen dat de sterfte van deze lichting massaal was.

 

De laatste nieuwe 2002’er gevangen in 2008

De laatste nieuwe 2002’er gevangen in 2008

Zwakke bloedlijn

Het betroffen dus Valkenwaarders, prachtig beschubde vissen. Ook in 2003 en 2004 kozen we voor dit type en wederom met ronduit belabberde terugmeldpercentages en niet alleen bij ons. Prachtige projecten als het IJssel-SKP zaten met dossiers vol loze plankfoto’s. De term ‘verloren generaties’ kwam al snel op. Het duurde tot 2005 voor Viskweekcentrum Valkenswaard eindelijk niet langer uit eigen kweekvijver putte maar (op SKP-verzoek) een andere bloedlijn (Villedon) kruiste met een Valkenswaarder. Dat mondde uit in drie prachtige lichtingen met goed groeiende vissen met prima overlevingscapaciteiten. Helaas raakte het Viskweekcentrum daarna het spoor weer bijster en bleek het tot 2016 (!) onmogelijk om een vitale Valkenswaardlichting af te leveren. Alle jaarlijkse pogingen strandden in verschillende kwekerijen in het buitenland. Het kwam dan ook als een volslagen verrassing dat Vandeput in 2016 wel een Valkenswaardlichting aan de man kon brengen. Wij vermoeden aan de bouw te zien dat er wederom een consumptieras was ingekruist, maar de kwekerswereld is vrij gesloten en uitsluitsel hebben we (nog) niet gekregen.

 

Paul Hendrix met een juweel van een Valkenswaarder (Vandeput) uit 2016. We zijn heel benieuwd naar het tmp van andere SKP’s!

Paul Hendrix met een juweel van een Valkenswaarder (Vandeput) uit 2016. We zijn heel benieuwd naar het tmp van andere SKP’s!

 

Gezien deze negatieve ervaringen met Valkenswaarders snappen jullie vast beter dat de euforie over een qua uiterlijk prachtige lichting al snel wordt overschaduwd door zorgen: overleven die stockies die eerste winters en lentes wel? Of zijn het toch weer kasplantjes die slap gaan hangen bij het eerste briesje!

 

 

Wat wij bij de BVK doen is de prestaties van uitzetlichtingen in de gaten houden. Monitoring dus, omdat je zonder terugmeldingen algauw volkomen in het duister tast over het effect van je uitzetting. Het meten begint meteen bij de eerste terugmeldingen. Met name in het tweede jaar na uitzetting sta ik op scherp. Als je dan nog geen of weinig meldingen hebt gehad van een lichting mag je wat onrustiger slapen…

 

In 2017 bestelden we bij de AHV een gemixte partij Valkenswaarders/klassieke consumptievissen/edelschubs van Vandeput. Die mix was een bewuste keuze om de variatie te verhogen en… om onderling te kunnen vergelijken in prestaties. Het waren stuk voor stuk bijna onbeschadigde vissen. De Valkenswaarders waren van een (letterlijk) verblindende schoonheid. Van de 59 in de Amstelboezem uitgezette spiegels behoorden er 17 tot de (kale) consumptievissen en 42 tot de Valkenswaarders.

 

Van de 17 kale consumptievissen hebben we er nu 3 teruggezien. Een score van 17% en dat is vrij normaal na 3 jaar. Maar van die 42 Valkenswaarders hebben we er thans slechts eentje terug! De naamdrager van deze spiegel van de maand. En dat is een verontrustend lage score. Ter vergelijk: de lichtingen 2016 en 2018 van Special Carp in dezelfde boezem hadden na twee jaar een tmp van boven de 30%!

 

Sander Kunst met een eind september 2018 gevangen consumptiespiegel 2017 Vandeput

Sander Kunst met een eind september 2018 gevangen consumptiespiegel 2017 Vandeput

 

Los van het tmp kijken we uiteraard ook naar de groei en conditie van de karper om in te schatten of een karper die lastige eerste twee jaar weet te overleven. Als we dit zorgenkindje bekijken valt direct op dat de toch vrij grove bouw op de plank verdwenen is. Het is nu een vrij slanke vis met weinig vetreserves. Het is weliswaar al de derde winter die eraan komt, maar ik sta niet in voor de kansen van deze vis om ook de komende winter te overleven.

 

63 cm bij 4200 gram na twee groeiseizoenen en niet veel vet voor de winter…

63 cm bij 4200 gram na twee groeiseizoenen en niet veel vet voor de winter…

 

Kruisen!

Natuurlijk mogen we zo kort na uitzetting op open water nog hopen dat het meevalt en een behoorlijk deel van de Valkenswaarders vroeg of laat opduikt, maar toch kunnen we gezien het verleden niet anders dan nu aan de bel trekken. Noem het voor mijn part een ‘winstwaarschuwing’.

 

De Valkenswaardspiegels zijn vanwege hun uiterlijk nogal populair op dit moment, vooral bij SKP’s. Gevolg is dat veel kwekers thans aan de slag zijn gegaan of gaan met deze bloedlijn. Dat is prima, al zijn wij er wel van overtuigd dat inkruisen met (totaal) andere rassen en bloedlijnen de beste manier is om tot betere overlevingsresultaten te komen! EDKO-vis heeft daar met z’n Special Carp veel succes mee. In dat type zit ook Valkenswaard bloed, maar dat is in de regel niet meer dan 20%. De rest is consumptietype. Het zou zomaar kunnen dat ook de nieuwe stijl Valkenswaarders (nog meer) genen nodig hebben van rassen en bloedlijnen waarvan taaiheid een gekende eigenschap om de overleving op te krikken. Ideaal is natuurlijk dat elke kweker z’n eigen type kweekt met geheel eigen kenmerken.

Vitale Special Carp (met klein beetje Valkenswaardbloed) voor de onderwatercamera. Ook deze ‘meldingen’ tellen mee voor het tmp! (opname: Boudewijn Margadant)

Vitale Special Carp (met klein beetje Valkenswaardbloed) voor de onderwatercamera. Ook deze ‘meldingen’ tellen mee voor het tmp! (opname: Boudewijn Margadant)

 

Met de BVK hebben we 2020 uitgeroepen als jaar van de overleving. Kijk vooral ook zelf eens kritisch naar je eigen uitzettingen. Hoe groot/vet waren ze bij uitzetting? Waren ze beschadigd? Wat is het tmp? Hoe is het verloop van de terugmeldingen? En voedt ons met bevindingen, cijfers en indrukken.

 

Een verder zorgeloze winter…

 

FacebooktwittermailFacebooktwittermail