November 2018 – De Vreemde Vogel
Toen ik in 2015 een melding kreeg van deze spiegel van de maand ging er gelijk een lampje branden. Maar in de verkeerde kamer… Deze vrij goed herkenbare spiegelkarper met z’n witte staartuiteinden en rommelige uiterlijk zat niet in een mapje maar zweefde door verschillende harde schijven.
Misschien herkennen coördinatoren ook wel dat juist die vreemde, niet te matchen, spiegelkarpers vaak tussen wal en schip geraken. Toch blijven ook of misschien wel juist die, buitenbeentjes in m’n geheugen plakken als losse flarden. En steeds als ik een nieuwe melding krijg van zo’n vis duik ik in de uitzetarchieven, want hij komt me zo bekend voor. Met name het archief Hongaren IJmeer 2003 had ik al een aantal keer goed onder handen genomen en met de melding van 2015 in het IJmeer besloot ik ook de Hongarenlichting van de IJssel te raadplegen.
De karper was alweer een flard in m’n geheugen toen ik in februari 2018 enkele foto’s kreeg toegestuurd van karpervisser Steven Kras. Ja hoor, daar was die vreemde vogel weer. In twee opeenvolgende meimaanden (2014 en 2015) had hij de vis in dezelfde zone van het Gooimeer gevangen. Maar dat die vogel geen ‘huismus’ was wist ook deze karpervisser al. Sterker, Steven wist te vertellen dat deze vis niet alleen in het Eemmeer (zoals bekend) was gevangen, maar ook in de Vecht, zo’n beetje halverwege richting Utrecht. Ik liet daarmee m’n vermoeden dat deze vogel van de IJssel was gekomen varen.
De bal bleef rollen want nog geen week later kreeg ik een bericht van Frank van Schaik uit Utrecht. Hij was er door anderen op geattendeerd dat hij en z’n vismaat afgelopen jaar een bekende vis hadden gevangen in (hartje) Utrecht. En ja hoor, geen twijfel aan. De Vreemde vogel. Alles bij elkaar genoeg stof voor een Spiegel van de maand, maar de vogel had op de valreep nog een verrassing in petto!
Tijdens het grasduinen door het (pas geleden opgedoken) oude Betuwearchief, was ik bij de (nog) niet gevonden spiegelkarpers vol aandacht. Het gaat toch om open water met de Linge als hoofader en dan weet je nooit waar je tegenaan kunt lopen. En warempel: in de map ‘ongevonden’ herkende ik gelijk onze Vreemde vogel! Er stond zowel een datum als een gewicht bij. December 2012: 12.2 kg. Maar wanneer was deze dan in het Eemmeer gevangen? April 2013! Gemeten op Google Earth via de meest voor de hand liggende route kom je gemakkelijk op een afgelegde afstand van 115 km uit! En dat in circa 4 maanden!
Ik heb getracht contact te krijgen met Martin Blom. Misschien dat iemand die hem kent aan hem wil vragen contact met ons op te nemen. contact@karperbeheer.nl
Op een rijtje ziet het er zo uit :
De wegen van deze vreemde vogel lijken ondoorgrondelijk. Ik ga toch een poging doen om er chocola van te maken. Al heel kort na het begin van de SKP-monitoring zagen we patronen in het trekgedrag van de projectspiegels. Twintig jaar na het begin heeft dat inzicht zich verdiept, maar (nog) niet principieel veranderd. De indeling: honkvast, pendelen, en nomadisch (zwervers, rondtrekkers) staat nog steeds overeind.
Het is duidelijk dat er grote individuele verschillen zijn tussen karpers en om het nog lastiger te maken kunnen individuen zich ontwikkelen. Pendelaars kunnen zwervers worden en nomadische vissen kunnen stilvallen en eindigen als een huismus. Het zijn net mensen! Houd die vergelijking gerust vast.
Waarom karpers überhaupt trekken is een vraag die we ons in deze rubriek vaker hebben gesteld. Dat het in het aard van het beestje zit, is wel zeker. De soort heeft z’n succes er (mede) aan te danken. Het verspreidingsgebied van karper heeft zich (ook) op natuurlijke wijze in de loop der eeuwen behoorlijk snel uitgebreid. Het tempo van die verspreiding hangt ongetwijfeld samen met de heersende omstandigheden.
Verstoring en schaarste
Ik heb bij karpers sterk de indruk dat, naast paaiprikkels, verstoring en schaarste belangrijke triggers zijn om zich over grote afstand te verplaatsen. Als karpervissers kennen we allemaal de term stekdressuur. Karpers houd je niet in een omgeving als er verstoring is, in welke vorm ook. Eenmaal op de vlucht en weg van bekend terrein wordt vluchten gemakkelijk migreren. Dat zie je aan pas uitgezette of overgezette karpers, die zijn per definitie op nieuw terrein en de desoriëntatie (stress) die dat oplevert leidt gemakkelijk tot zwemmen en nog eens zwemmen. Voor die vissen tot rust zijn gekomen bevinden die nieuwkomers zich dan al vaak vele kilometers van het uitzetpunt.
Dat voedselschaarste ook een trigger is ligt voor de hand. Honger brengt karpers (en ja ook mensen) ver van ‘huis’. Ze (althans een deel) nemen dan behoorlijke risico’s, ze komen niet alleen eerder aan de haak terecht, honger brengt ze ook eerder naar buiten de gebiedsgrenzen.
In de jaren 1980 was er een proef met gemerkte karper in de toen extreem overbezette Bosbaan. Je kon met het inleveren van een merkje flinke prijzen verdienen. Tot ieders verbazing kwamen er al vrij gauw verschillende meldingen van de Nieuwe Meer. Het kon niet anders of deze karpers hadden het hoogteverschil van ruim een meter overwonnen door een schutsluisje te bedwingen dat slechts enkele keren per jaar wordt gebruikt door de roeivereniging!
Zwervers met kompas
Hebben we hier dan dé verklaring voor de bewegingen van de Vreemde Vogel? Nee, dat is niet waarschijnlijk. Hoewel die genoemde triggers zeker een rol gespeeld zullen hebben, behoort deze vis in mijn ogen vooral tot de groep ‘nomads without a cause’. Karpers die het vanwege hun karakter nergens lang uithouden. We kennen er dankzij de meldingen zo langzamerhand al heel wat: de Vluchteling, de Verstekeling, de Bullewijker, de Gentenaar. Ontzettend lastig te voorspellen waar ze de volgende keer zullen opduiken.
Toch gebeurt dat rondtrekken ook als je de wegen van de Vreemde Vogel nagaat, niet zonder kompas. Karpers slaan de afgelegde routes op en weten zich razend goed te oriënteren in open water. Ook deze vis laat dat zien als je de vangstplekken in de tijd bestudeert. Ergens in 2012 of vroeg in 2013 heeft de vis de reis gemaakt van de Linge naar het Eemmeer (goed voor 120 km en door waarschijnlijk twee sluizen). Daarna heeft hij zich van 2013 tot eind 2015 de tijd heeft gegund om de randmeren plus IJmeer te verkennen. Het heeft er alle schijn van dat eind 2015 de vis de weg terug heeft genomen richting de leefomgeving uit z’n/haar jeugd. Moest ik raden naar de roots dan zou ik gaan voor een uitzetting in open water rond Utrecht. Daar werden tussen 1999 en 2005 de nodige uitzettingen gedaan. Maar daar zullen we, zonder plankfoto’s uit die periode, waarschijnlijk nooit achter komen.
Op open water moet je het als karpervisser letterlijk treffen met deze passanten als de Vreemde Vogel. Deze nomaden tot target maken is misschien wel het ultieme karpervissen, of nee het is puur gekkenwerk… Begin er niet aan! Laat ze op je afkomen. Geniet van de ontmoeting met zo’n zwerver, maak foto’s en meld ‘m:
spiegelkarpermelden@oulook.com
Joris Weitjens