April 2018 – Taaie Rakkers
Naar aanleiding van een YouTube filmpje met in de hoofdrol een zeearend die een karper op het ijs had gelegd, had ik een e-mailwisseling met Joris.
Zelf als die karper half aangevreten is, blijft-ie met z’n staart klapperen. Het deed me gelijk denken aan wat me vlak voor de winter was overkomen met m’n favoriete vijverkarper: een dubbelrijen volschub (50cm). Die was uit m’n vijver gesprongen en zat gewoon vastgeplakt aan de tegels. Dan mag je ervanuit gaan dat-ie ‘peiger’ (dood) is, zoals we dat op z’n Amsterdams zeggen. Dat ik het opgedroogde ´schijnlijkje´ nog een kans gaf kwam omdat me gelijk verschillende voorvallen uit het verleden te binnen schoten.
Mijn jongenskamertje stond vol met aquaria vol goudvissen en karpertjes en bakken vol spinnen, slakken en mieren. En daar gebeurde ook wel het een en ander. Zo zat ik eens ‘s nachts rechtop in bed toen er een karpertje bovenop mijn wang was gesprongen. Ik besloot een glasplaat op de waterbak te leggen, maar nota bene hetzelfde visje bleek een week later precies door het hoekje wat niet afgedekt was te zijn gefloept. Maar nu lag-ie opgedroogd onder mijn bed, vol stof….
Ik heb hem, verdrietig als ik was, toen maar in m’n waterbak gelegd, om na te denken waar ik het beestje zou begraven. Toen ik beneden wat had gedronken en ik met tranen in mijn ogen terugliep naar m’n kamer zwom het maffe beest echter alweer rond!
Met die ervaring in m’n hoofd besloot ik nu de slang van de pomp op de kop van m’n dubbelrijen te zetten. Letterlijk na minuten zag ik toch echt zijn onderlipje als een oud mannetje trillen. Weer minuten later maakte het arme beest een kieuwbeweging. Kortom; er zat nog leven in, maar hij was echt nog ver heen. Na een paar uur ademde hij heel traag en leek wat te willen zwemmen. Toen liet ik hem los in de vijver. Echter begon-ie als een gek te tollen, zijn ogen draaiden ook compleet weg. Echt zorgelijk! Ik was bang dat-ie een soort hersenschade had opgelopen door zuurstofgebrek. Ik twijfelde zelfs om hem dan toch maar uit zijn lijden te verlossen, maar ik wilde ‘m niet doden omdat ik nog steeds het gevoel had (en vooral hoopte) dat ie ‘t toch zou redden gezien mijn eerdere ervaringen. Het was ook zo’n prachtvis…
Ik heb hem de hele dag laten bijkomen in ‘t schepnet en gestabiliseerd zodat ie rechtop bleef hangen. Toen ik hem aan het einde van de dag wederom losliet in mijn vijver, zakte hij naar de bodem en ging er wat hangerig bijliggen. De vis in kwestie stond hoog in de hiërarchische ladder. Ik ben ervan overtuigd dat zo’n vis de sfeer bepaalt in zo’n habitat(je). Het gaf me gewoon kippenvel toen de rest van de vissen bij hem en tegen hem aan gingen liggen! Ze leken wel met zijn allen van de kaart van het gebeuren. Pas na dagen at ie weer! Ondertussen heeft-ie de winter overleefd!
Het verhaal van Raymond deed me gelijk denken aan de confessie van de chauffeur van Viskweekcentrum Valkenswaard bij aflevering van de bestelde spiegelkarpers in oktober 2001. Er was iets helemaal fout gegaan met de zuurstofvoorziening tijdens het vervoer van de gigantisch oogst van Duitsland naar Valkenswaard. Er was een kabel losgeschoten. Gevolg: dode en flauwe tot zeer flauwe vis, en niet zomaar vissen: rijenkarpers! Wij kregen de flauwe vissen. Laat die lichting nu net een van de meest succesvolle lichtingen zijn qua overleving!
Toch zijn juist dit soort ervaringen behoorlijk verneukeratief (geweest) in de behandeling van karper bij uitzettingen. Zijn ze wel zo taai? Als je ze eenmaal hebt losgelaten is het beeld toch bijna altijd dat de karpers bijna vrolijk wegzwemmen. Je ziet ze heel vaak nog even ‘koppen’ en daarna bellen blazen. Dat geeft een goed gevoel, maar dat gevoel is verraderlijk! Stress is best iets raars. Je ziet het niet of alleen met getraind oog. Bij karpers zijn verkleuringen een belangrijk signaal. Stress doodt ook zelden of nooit op slag. Stress is een sluipmoordenaar. Het ondermijnt het immuunsysteem. Het proces van afvissen, opslag en vervoer is wat je noemt een stressor van formaat. Niet alleen het afvangen met netten, maar vooral ook de opslag en snel wisselende omstandigheden, temperatuur en andere samenstelling van het water hebben een weerslag op de karper. Het gaat snel mis als die karpers dan ook nog eens beschadigd zijn of een virusje onder de leden hebben, of bijvoorbeeld wat meer parasieten hebben dan gemiddeld. Verwacht niet dat je ze allemaal boven ziet drijven! Gestresste vissen kenmerken zich doordat ze passief in een hoekje op de bodem gaan liggen. Zonder eten in de darmen komen karpers vaak niet eens boven als ze eenmaal dood zijn.
De behandeling van karper in het proces van kweekvijver tot uitzetwater blijkt wezenlijk voor de overleving. Maar met gebrek aan zuurstof is iets vreemds aan de hand. Raymond zegt halverwege zijn verhaal iets interessants: ‘Ik was bang dat-ie een soort hersenschade had opgelopen door zuurstofgebrek.’ Feit is dat karpers in de stress schieten als zuurstofconcentraties beneden de 4 à 5 mg/l zijn. Bij nog lagere concentraties (< 1,5 mg/l) sterven de meeste vissoorten. Maar hoe snel gaat dat? Soorten als kroeskarper houden het in totale zuurstofloosheid zelfs heel lang uit. Karpers hebben meer nodig maar ze hebben wel een (beperkt) vermogen om zuurstof op te nemen uit de lucht (zuurstof happen). Die tweede adem, de visflauwte, kan letterlijk dagen tot weken duren! Zeker bij lage temperaturen. Het mooie is nu dat karpers uiteindelijk direct herstellen van zo’n bijna doodervaring als de karper in gezond zuurstofrijk water terechtkomt, mits de vis geen wonden over heeft gehouden aan het avontuur.
Of ze er toch iets aan overhouden? Karpers hebben een opvallend goed lerend vermogen. Langdurig zuurstoftekort in de hersenen leidt tot geheugenstoornissen. Ik durf de stelling dus wel aan dat karpers van een dressuurwater na een visflauwte de eerste tijd verdomd veel beter vangbaar zijn…
Joris Weitjens