November 2017 – De West-Vlaming?
Voorjaar 2015
De paai laat zich uitzonderlijk vroeg opmerken op het sluisdeel Harelbeke-Sint Eloois Vijve op de rivier de Leie. Tijdens deze uitzonderlijke momenten waarop de vissen zich van hun minst schuwe kant laten zien kan ik heel wat vissen spotten. Merendeel schubkarpers in de categorie 4 tot 7kg met als uitschieter langs de ene kant een wit-zwarte koi van misschien net geen 3kg maar langs de andere kant ook een, in verhouding tot de aanwezige schubs, zwaardere en tevens zwakbeschubde spiegelkarper die op dat moment waarschijnlijk wel flirt met de voor de rivier de Leie zo magische 15kg grens.
Na tien jaar intensief vissen op verschillende sluisdelen van de rivier was ik er echter nog steeds niet in geslaagd deze magische riviergrens van 15kg te doorbreken en dus een vis van dit kaliber over mijn netkoord te mogen begeleiden. Daar wou ik na het zien van deze vis verandering in brengen. Langere voercampagnes hadden zich in het verleden reeds bewezen door vooral massaal de wolhandkrabben aan te trekken. Daarom dat ik mij nu dus vooral zou beperken tot instant nachtjes met als aas een snowman van twee stuks 20mm boilies van een schralere birdfoodmix. Niets zo frustrerend als ’s morgens je hengels in te draaien en te constateren dat de krabben in no time je rigs met voedingsrijke vismeelknikkers onklaar hebben gemaakt.
Na enkele weken kan ik constateren dat het gemiddeld gewicht een pak gestegen is t.o.v. de vangsten tijdens vorige seizoenen, dit in tegenstelling tot het aantal runs. Regelmatig bestaat de nacht uit slechts één enkele run of zelfs helemaal geen aanbeet. Mede door het aanbreken van de zomer en stiekem toch wel hopend op een runnetje extra schakel ik met één hengel over van een dubbele 20mm naar toch weer een enkel 16’tje op de hair. Na enkele sessies blijkt dat de hoop op een aanbeet extra tevergeefs is geweest en dat ook het gemiddeld gewicht terug naar beneden duikt. Doorvissen dus met beide hengels met die dubbele 20mm! Een mogelijke verklaring kan zijn dat de school vissen telkens na een aanbeet opschrikt en het hazenpad kiest om niet meer terug te keren. Selectief de grotere vissen er proberen uit te pikken met groot aas is dus de boodschap!
Herfst 2015
Tegen de morgen krijg ik opnieuw de enige aanbeet van de sessie. De vis laat zich gelden en met een bang hartje kijk ik links en rechts de rivier op, oef voorlopig nog geen boten. Na heel wat getouwtrek kan ik de spiegel netten. Eénmaal in het net realiseer ik me dat dit toch wel een heus kaliber is voor de Leie. De weegschaal geeft 14,6kg aan. Die schub op de flank valt onmiddellijk op maar ook een gehavende, gelukkig reeds lange tijd geheelde bek. Ook zijn er her en der wat lichtrode vlekjes zichtbaar over het lichaam. Op het eerste zicht dus geen jonge vis maar gezien de krachtdemonstratie die hij even daarvoor gaf maak ik me niet al te veel zorgen. Thuisgekomen mail ik gauw mijn vangstfoto’s door naar de screener en bezieler van het Leie-spiegelkarperproject; Jeroen Verschaeve. Al snel krijg ik het nieuws dat hij de vis niet in zijn bestand heeft teruggevonden, niet in het bestand met foto’s van projectspiegels noch in het reeds opgebouwde bestand met originals. Dit bederft voor mij geenszins de pret, de puzzelstukjes vielen dit jaar voor één keertje allemaal op z’n plaats, het is vaak al anders geweest…
Zomer 2017
Jeroen stuurt me trots een foto van een knappe spiegel die hij vorige nacht wist te vangen. Eén van z’n eerste vissen vanop z’n boot en wat voor één! Direct één van de grootste vissen die hij ooit op de Leie ving. Onmiddellijk valt mij die gehavende bek op en die ene flankschub. Het zal toch niet… Jawel hoor, ‘mijn’ Leiespiegel gevangen in 2015 op de grens West- met Oost-Vlaanderen liet zich deze keer bijna helemaal aan de andere kant van de provincie West-Vlaanderen vangen.. Slechts één sluis maar toch heel wat kilometers stroomopwaarts op de teller. Enkele honderden grammen vermagerd, 14kg maar nog steeds in goeie conditie. Een groeispurt heeft de spiegel duidelijk niet gemaakt de voorbije twee jaar, dit in tegenstelling tot veel andere vissen op de rivier. Jeroen had de vis voor zichzelf nog niet gescreend en bedankt me voor het uitsparen van z’n opzoekwerk.
Op het einde van dezelfde zomer weet Renzo Vanpoucke dezelfde spiegel te vangen, dit keer opnieuw iets minder zwaar op 13,4kg en alweer een sluisdeel verder richting de Franse grens.
Komt deze spiegel origineel uit Frankrijk? In ieder geval konden wij hem aan geen enkel Vlaams spiegelkarperproject linken. Uiteraard zijn er een aantal Vlaamse kanalen, weliswaar gescheiden door sluizen, verbonden met de rivier waar deze vis ook vandaan kan komen. Deze kanalen ontvingen waarschijnlijk in de jaren ’70 en ’80 van vorige eeuw wel hun portie pootkarper. Nog een mogelijke verklaring kan zijn dat deze vis afkomstig is uit een overbezet putje en door iemand werd overgezet naar de rivier. Ik herinner mij een zogenaamd karperputje direct gelegen naast de rivier waar na het overlijden van de uitbater een aanzienlijk deel van het toch wel te grote bestand op vrij korte tijd was verdwenen. Vond onze vriend via het oversteken van het jaagpad zo zijn weg naar de rivier? De vis vertoont inderdaad wel littekens aan de bek die mij een verblijf in een zwaar bevist putje doen vermoeden. Was 14,6kg onze West-Vlaming z’n topgewicht of woog hij ooit zwaarder? Zijn die rode vlekken een teken van ouderdom en is de vis op weg naar een leven als God in Frankrijk of zie ik hem nog terug dichter bij huis?
Maiko Busschaert
Het gaat opvallen dat de thematiek van Spiegel van de maand zich vaak toespitst op het verplaatsen-overzetten van karper. Dat is geen toeval. Overgezette karpers gedragen zich als buitenbeentjes en juist die buitenbeentjes solliciteren naar een plek in deze rubriek. De West-Vlaming met vraagteken vertoont alle symptomen van overzetter. Vaak gevangen, opmerkelijk migratiegedrag en afwijkingen in uiterlijk en formaat. Al die aspecten wijzen direct of indirect op aanpassingsgedrag.
Wat natuurlijk ook opvalt is de ‘gekke bek’ van deze vis. Hoewel beschadigde bekken door het haken vooral verspelen van karper kan voorkomen in open water, is het een uitzondering. Maiko zal dus vast gelijk hebben met z’n vermoeden van overzetten vanuit een zwaar beviste put.
Hoewel je zou verwachten dat het overzetten vanuit zo’n put in open water zo’n karper niets dan goeds brengt, is dat geenszins het geval. Karper mag te boek staan als een vis die taai is en zich gemakkelijk aanpast, op latere leeftijd trekken karpers een totale verandering van omgeving heel slecht.
Het viel Maiko meteen op dat de vis rode vlekjes heeft. Lijkt onschuldig maar is toch wel degelijk een teken van verminderde weerstand. Ook het verlies in gewicht wijst daar trouwens op. Afgelopen maanden heb ik voor het project automatisch matchen enkele duizenden terugvangstfoto’s van verschillende SKP’s ‘gecropt’ (bijgesneden). Lijkt saai, maar voor mij heel interessant. Mij viel op dat best veel (in de regel als k3) uitgezette karpers dat soort vlekjes in het eerste jaar na uitzetting, soms langer, hebben. Daarna verdwijnen de vlekjes meestal, maar het komt ook opvallend vaak voor dat de karper na zo’n melding definitief uit beeld verdwijnt.
Een prachtige uitzetspiegel uit november 2016 hier in september 2017: goede groei maar wel die rode vlekjes. Deze zal het wel overwinnen.
Hoe dan ook heeft de West-Vlaming het, z’n appetijtelijke formaat ten spijt, zeker niet gemakkelijk en valt nog te bezien of de vis zich voldoende weet aan te passen aan z´n (nieuwe) omgeving. Maiko, hou ons op de hoogte!
Joris Weitjens