November 2016 – Verloren zoon
Jullie kennen het vast wel. Dat machteloos gevoel in de zomer. De vis heeft geen trek, in niks. Wat je ook probeert! Voor mezelf zijn die twee warme maanden altijd weer een kritieke fase. Overleef ik de zomer zonder kleerscheuren, of wordt de handdoek gegooid? Niet zelden verlies ik de moed, de energie om door te gaan. Anders dan andere jaren, is dat gevoel van ‘voor mij hoeft het even niet meer…’ langer blijven sluimeren in 2016. Zelfs in oktober – steevast mijn favoriete maand – begon het vuur niet opnieuw te branden. Moest ik me zorgen maken?
In de eerste week van november was er de herfstvakantie. Ik verplichtte mezelf om te gaan vissen. Twee voerstekjes langs het kanaal Gent-Oostende werden opgebouwd. Stekjes waar ik in het verleden met regelmaat een karper kon verleiden. Dat moest dan maar voor het broodnodige vertrouwen zorgen.
Op 1 november trok ik voor het eerst in maanden nog ‘ns naar mijn kanaaltje (kanaal Gent-Oostende). Op mijn eerste stek had ik in juni dit jaar nog aardig gevangen, en achtte mezelf dan ook niet geheel kansloos. Nog snel gebruik maken van het laatste daglicht om de hengels vlotjes op te tuigen. Over de positie hoefde ik niet te twijfelen. De kantstok kort tegen de betonnen vooroever (betonnen damwand met kopbalk). Hier staat zo’n goede meter water. De andere hengel ging wat verder uit de oever. Een onderhands zwiepje deed de boel zo’n 8 à 10 meter uit de oever neerplonsen. Daar moet zowat de vaargeul beginnen. Wat hele en in stukjes geknepen boilies werden er achteraan gegooid. Intussen was de duisternis gevallen, en kon het wachten beginnen.
Goed anderhalf uur later attendeert de vaargeul-hengel me. Iets is er met m’n haak vandoor. De vis blijkt een vriendelijke gast, en vecht zijn strijd op open water. Heerlijk om zo zonder vrees te kunnen drillen. De oevers van het kanaal liggen immers bezaaid met stenen van allerlei formaat. Voor je ’t weet schuurt de lijn, en rest er je het notoire schietgebedje. Mijn hoofdlampje ligt nog in de auto, dus vecht ik verder in het bijna-donker. Een straatlantaarn iets verderop zorgt voor een minimum aan licht. Zag ik daar nu een spiegelflank verschijnen? Het zal toch niet… Behoedzaam weet ik even later een aardige spiegel te scheppen. Wanneer de rakker over de netrand glijdt, valt het schubbenrijtje aan de staart me op. Een typisch kenmerk van de Bijnens-projectspiegels op KGO. Zou het bij de eerste vis al meteen bingo zijn?
Kon ik na drie maanden zonder verlangen naar karper zomaar aanknopen met een – door mezelf zo begeerde – projectspiegel? Verdiende ik dit wel? Hoe dan ook, hij of zij was voor even de mijne, verdiend of niet!
Statief in de berm geplaatst en snel een paar fotootjes genomen. Spontaan een glimlach. Ik besloot om maar meteen op te kramen, ook al was het oorspronkelijk plan om nog minstens twee uren langer te vissen. De buit was binnen, mijn verlangen aangescherpt.
Eenmaal thuisgekomen kon ik ‘m vrij vlot matchen. Een KGO-projectspiegel uit 2011. En jawel, eentje van Bijnens. Heerlijk toch, wanneer het geluk zomaar aan je zijde staat.
Of ik nog wat interessants kan vertellen over die spiegelkarper? Tuurlijk, het is immers een ‘spiegel van de maand’.
De spiegel werd in 2011 uitgezet. Op mijn verjaardag nog wel. Twee april dus (een kaartje mag altijd). De uitzetlocatie was Stalhille, zo’n goede acht kilometers vanaf de Vlaamse kust (Oostende) gerekend. Kort na het uitzetten werd deze vis een eerste keer gevangen, toen nog braafjes in de regio van Brugge. Denk aan een traject van zo’n zes à zeven kilometer. Niks bijzonders dus. Tot ik in 2015 een melding binnenkreeg van een leuke spiegel uit het kanaal Gent-Terneuzen. Bleek dat verdorie dus om een KGO-projectspiegel (nummer 556 dus) te gaan! Op KGO had deze zwemmer de Dampoortsluis genomen en vervolgens doorgekacheld tot nét voor Gent, om daar linksaf te gaan en via de sluis van Evergem het kanaal Gent-Terneuzen op te zwemmen. Of zwom de vis rechtdoor, om via het centrum van Gent (Tolhuisdok, stukje Leie en vervolgens via het Handelsdok) het kanaal Gent-Terneuzen te bereiken? De mogelijkheden zijn niet eens op één hand te tellen, zeker zullen we het wel nooit weten. Zou de vis toen ook op Nederlands grondgebied gezwommen hebben? Die landsgrens ligt amper een 15 à 20km verder. Stel je voor!
Slechts één ding spookte er toen door mijn hoofd; “die zijn we kwijt”. Nooit of te nimmer zien we deze zoon of dochter nog terug op KGO…
Je voelt het natuurlijk al aan je water, we hebben het hier over de spiegel die ik op 1 november 2016 mocht vangen. Hij of zij had dus rechtsomkeert gemaakt, en opnieuw voor KGO gekozen. Waarom dan toch die ommekeer? Het antwoord moet iedereen je schuldig blijven. Op ‘de verloren zoon’ na…
Feit is wel dat dit geen geval op zich is maar een patroon dat we bij heel veel projectspiegels van open water tegenkomen. Eenmaal een behoorlijk obstakel (bijvoorbeeld in de vorm van een sluis) genomen werd, is de kans op terugkeer aanzienlijk. Net als de kans dat die vis in de toekomst opnieuw dezelfde sluis zal nemen. We houden jullie op de hoogte!
De dagen erna ben ik nog een keertje of drie geweest. Beide stekjes werden nog even aan de tand gevoeld. Gaandeweg voelde ik opnieuw de motivatie uit m’n lichaam sluipen. De laatste avondsessie hield ik het amper een uurtje vol. Misschien mag ik tijdens de kerstvakantie opnieuw aanknopen met een opmerkelijke spiegel…
Filip Matthys