Februari 2015 – De Marathonzwemmer
Je hebt van die SKP-meldingen die in één klap duidelijk maken waarom we deze rubriek zijn begonnen. Dit is er zo een. Deze bijzondere migrant is ons in de schoot geworpen door Simon Dekker van SKP Nederrijn en Lek en het Spiegelkarperproject van de Algemene Utrechtse HengelaarsVereniging (AUHV). Hij wist niet alleen deze projectspiegel te matchen, maar ook de melder Roy Spoelstra te verleiden zijn vangstverhaal te doen.
Arnhem 5 juni 2014
Steunend en kreunend laat ik me naast de trolley in het gras vallen. Het duurt even voor ik genoeg op adem ben gekomen om op zoek te gaan naar een fles water. Normaal is het al een hele toer om op deze stek te komen maar de 28 graden van vandaag hebben de kilometers lange tocht door kreupelhout en bramenstruiken tot een ware strafmars gemaakt. Maar hier ben ik dan nu in mijn eigen toevluchtsoord. Het is ruim een uur lopen maar dan heb je ook rust, vrijheid en vooral geen andere vissers. Dat de kans op een echte bak klein is interesseert me niet. Ik weet dat de kans aanwezig is en dat is genoeg.
Inmiddels is het half acht ‘s avonds en op mijn dooie gemak maak ik de hengels klaar. De eerste aanbeten komen hier normaal pas vanaf half twaalf dus heb ik tijd genoeg. Wanneer ik rechts van mij iets hoor springen, gaat het tempo onbewust toch een standje hoger en al snel liggen er twee vlijmscherpe rigjes in het water. Vanwege de overvloed aan obstakels zijn de slips dicht gedraaid en staan de hengels strak naast mijn stretcher. Op het moment dat ik naar mijn koeltas reik voor een blikje ijskoud bier zie ik de rechter hengeltop krom trekken. Voordat er ook maar één piep klinkt hang ik in de hengel en tien minuten later sta ik met verbazing in het net te kijken. Een geelzwarte koi blijkt mijn trofee te zijn. Nadat de zelfontspanner zijn werk heeft gedaan begin ik onbewust het clublied van Vitesse te neuriën. Veel Arnhemser als deze koi ga ik ze niet meer vangen denk ik.
Nog voor het donker is volgt de tweede vis. Een aanbeet op de linkerhengel brengt een kale afgepaaide spiegel van 8,5kg op de mat. Door de typische rij schubben langs de rug waarschijnlijk een van de Duitsers die hier op stuwvak 0 uitgezet zijn. Het belooft een lange nacht te worden en inderdaad, dat wordt het…
Tegen zes uur ‘s morgens maak ik bij een verse bak koffie de balans op. Zeven vissen, waarvan één koi en zes spiegels tussen de 4 en 8,5kg. Vroeger ving ik hier alleen schubs maar die tijd lijkt nu definitief voorbij te zijn. De variatie onder de spiegels is erg gaaf om te zien, drie typische Duitsers, een flink beschubte, een langwerpige en dan nog eentje die me aan de Franse spiegels doet denken met zijn hoge rug. Ondanks dat het jonge vissen zijn kun je aan de lijven zien dat ze al van alles meegemaakt hebben. Vrijwel allemaal vertonen ze littekens van oudere geheelde wonden en verse wonden van de afgelopen paai.
Over een aantal jaren zullen dit allemaal echte Nederlandse rivierbakken zijn met een heel eigen verhaal. Dat één van de spiegels toen al een heel avontuur achter de rug had wist ik op dat moment nog niet. Ergens in december 2014 plaats ik de foto’s van twee spiegels uit deze nacht op de Facebookpagina van het SKP Nederrijn-Lek. In januari 2015 krijg ik bericht van Simon Dekker dat er een match is.
Tot slot wil ik graag nog een woord van dank richten naar de mannen van het Spiegelkarperproject Nederrijn-Lek. Uiteindelijk zij zijn degenen die dit allemaal mogelijk hebben gemaakt! Op stekken die vroeger spiegelloos waren kun je dankzij hun inzet tegenwoordig een knappe variatie aan spiegels vangen! Thanks!
Roy Spoelstra
We laten Simon Dekker graag aan het woord over zijn match.
In het najaar van 2014 krijg ik wat foto’s van spiegels van Roy Spoelstra onder ogen via de Facebooksite SKP Nederrijn-Lek. Omdat ik altijd speur naar de terugmeldingen van de stuwvakken 2 en 3 pik ik er direct eentje uit van een rijk beschubde spiegel. Ik vind al snel een match. Deze vis is in december 2011 geleverd door Bynens (België) op de meest westelijke uitzetplaats, het getijdengedeelte (stuwvak 3) bij Nieuwpoort. Pas dan ga ik eens serieus kijken naar de vangplaats. Stuwvak 0…? De vanger heeft waarschijnlijk stuwvak 3 verwisseld met stuwvak 0. Als het namelijk echt om stuwvak 0 gaat was ik er niet eens aan begonnen…Vanaf de eerste uitzetting op de Lek, begin 2006, zijn er immers slechts een paar vissen met zekerheid van stuwvak gewisseld.
Voor de zekerheid verwijs ik Roy zelfs naar het kaartje met de stuwvakken op de Facebookpagina. Roy berichtte mij snel terug dat hij de vissen toch echt nabij Arnhem heeft gevangen. Stuwvak 0 dus! Ik word gek. Is het passeren van een sluis al zeldzaam, deze vis die nog geen drie jaar op de rivier vertoeft, heeft er al drie genomen en daarbij nog eens minimaal 85 km afgelegd!
Roy gaat ook uit zijn dak. Zo’n jong visje en dan toch al zo’n reis achter de rug. Je gaat je serieus afvragen waar al die oudere vissen op de rivier ooit uitgehangen hebben. We beseffen dat een relatief kleine karper een reuze vangst kan zijn…
Simon Dekker
Dit zijn natuurlijk de krenten in de pap voor SKP’en. Allereerst onderstreept deze ontdekking het belang van uitwisselen van vangstfoto’s met andere SKP-en. Als Simon Dekker geweten had dat Roy Spoelstra deze vis gevangen had in de buurt van Arnhem was hij niet eens gaan zoeken! Roy ving die dag meer jonge spiegels en ze zijn nog lang niet allemaal getraceerd.
Maar hoe bijzonder is deze verre melding eigenlijk? Ten slotte wordt er door meer SKP-en gemeten op grote open watersystemen. Het is zo langzamerhand wel duidelijk dat op open water uitgezette karper niet massaal de benen neemt om nooit meer terug te keren. Van bijvoorbeeld het IJssel SKP dat uitzet op de ongestuwde IJssel ligt de gemiddelde afstand tot het uitzetpunt na ruim 10 jaar op ongeveer 15 kilometer.
Gevallen als de Marathonkarper staan echter niet op zichzelf. Meldingen verder dan 75 km verwijderd van het uitzetpunt komen bij het AHV-SKP steeds vaker voor. In het afgelopen jaar zelfs 3 stuks van rond de 90 km. Naast de enorme afstand die de marathonspiegel aflegde, spreekt het overbruggen van drie grote voor vis onneembare stuwen (Driel, Hagestein en Amerongen) tot de verbeelding. Bij elk van die stuwen is een schutsluis voor de binnenvaart aanwezig. Karpers kunnen dus ‘meeschutten’ met schepen en dat gebeurt vast en zeker. Toch geven de resultaten van SKP’en veel aanleiding om te concluderen dat dergelijke sluizen serieuze obstakels zijn voorkarpers. Het geval wil echter dat bij elk van de drie genoemde stuwen sinds 2004 een vispassage ligt.
Op trajecten waar dergelijke voorzieningen (in de vorm van vispassages of spuisluizen) aanwezig zijn er aanzienlijk meer ‘grensoverstijgende’ SKP-meldingen.
Toch is het geen vanzelfsprekendheid dat karpers ondernemend zijn. Er bestaan bij karper grote onderlinge verschillen in bereidheid om risico te nemen. Dat zien we als karpervissers in aasgedrag, maar temeer in migratiegedrag. Onderzoek aan brasem en voorn laat overigens hetzelfde beeld zien. Binnen elk bestand zit een percentage vissen dat meer durft dan hun soortgenoten. Die moedige karpers overwinnen obstakels waar hun soortgenoten voor terugdeinzen. Voor beide strategieën: ‘blijf zitten waar je zit’ en ‘God zegen de greep’, is, bezien door een evolutionaire bril, wat te zeggen. De risiconemers worden eerder het slachtoffer van ongelukken, maar het succes van eenlingen kan wel weer zeer goed uitpakken voor de soort. Sterker, als een van beide overlevingsstrategieën zou wegvallen zouden karpers wellicht al zijn uitgestorven.
Als iets het nemen van risico de moeite waard maakt is het wel de voortplanting. Een filmpje van de Oostvaardersplassen laat mooi zien hoe karpers in de paaitijd worden uitgedaagd om barrières te overwinnen.
Zou die drang de Marathonspiegel hebben verleid om de kant van Arnhem op te gaan? Zijn neus achterna? Hoe het ook is, dankzij Roy en Simon blijft dat ene aansprekend feit overeind: een in november 2011 bij Nieuwpoort uitgezette projectspiegel komt op 5 juni 2014 tot stilstand in een paaigebied op 85 kilometer stroomopwaarts van het uitzetpunt. Lang leve de SKP’en!
Joris Weitjens