Maart 2014 – Dirkje, de honkvaste spiegel
Je hebt thrillseekers en huismussen, ook onder karpers. Vanzelfsprekend zetten wij het liefst de avontuurlijk ingestelde karpers in de etalage. Daar wordt het meest over (na)gesproken. Maar ook huismussen hebben ons wel wat te vertellen en laten genoeg ruimte voor mysterie en speculeren. Zoals Dirkje, een fraaie Valkenswaardspiegel van de AHV-lichting juni 1998. Dennis Dielemans kunnen we gerust een huisvriend noemen van Dirkje. Hij doet het verhaal van deze projectspiegel van de maand.
Mijn eerste ontmoeting met de boezemrivier waar ik Dirkje later zou treffen was het weekend van de wedstrijd Nederland – Ivoorkust in 2006. We hadden een week lang gevoerd, omdat we de kans op vis zo groot mogelijk wilden maken. De eerste nacht was op één losser na rustig verlopen. Na wat pech overdag met boten die de lijnen oppikten hebben we besloten pas na de wedstrijd verder te vissen. De tweede nacht was succesvoller met een schub van 21 pond, die mijn toenmalige record evenaarde! Ik was verkocht, ik wilde het water en het bestand beter leren kennen.
In de daarop volgende jaren ving ik mijn eerste visjes op het nieuwe water. In nacht van 7 op 8 augustus 2007 haakte ik m’n eerste spiegelkarper. Een op het oog nog jonge vis met 2 opvallende schubben boven haar kont. Ik meende de vis te herkennen van een week of twee eerder toen er een dikke spiegel vlak voor het net was losgeschoten… De vis woog 22 pond en was weer een pr voor mij. Ik wist toen nog niet van een SKP.
Al snel bleek dat deze vis wel op haar plekje was, want op 18 april 2008 ving ik een dikke spiegel op ongeveer dezelfde vierkante meter en dit bleek, na het vakkundige oog van Joris (ik had het zelf nog niet eens gezien), dezelfde vis te zijn als de vis van 2007. Wederom was het voor mij een recordvis, dit keer op 12.500 gram! Sommige vissen vragen om een naam. We noemden haar Dirkje.
Ik was eerlijk gezegd de tel kwijt, maar als ik alles op een rijtje zet heb ik in totaal de vis maar liefst 7x mogen vangen en een maat van mij heeft hem ook een keer gevangen waar ik bij was. Soms zat er niet meer dan 6 dagen tussen 2 verschillende vangsten. Het bijzondere is, steeds binnen een straal van 50 meter op dezelfde plek!
De laatste keer dat ik haar heb gevangen was op 16-09-2011 op precies 14.000 gram. Daarna heb ik haar niet meer gevangen. Ik hoop dat ik de Dirkje in de toekomst nog eens mag vangen en misschien wel boven de magische 30 pond! Dat mag best in deze bocht zijn hoor…
Veel visplezier!
Dennis Dielemans
Dirkje is, zoals de meeste AHV-vissen, uitgezet in het Amstelkanaal in hartje Amsterdam. De plek waar Dennis deze vis steeds ving ligt ruim 13 kilometer daarvandaan. De Amstelboezem bestaat ondermeer uit kronkelende veenriviertjes van gemiddeld zo’n 50 meter breed, de Amstel zelfs is de langste (circa 30 km) en dikste ader die uitmondt in het grote IJ.
Dennis’ melding in 2007 was de eerste van deze vis. Het eerste puzzelstukje van deze ogenschijnlijk zeer honkvaste vis ontbreekt dus al meteen. Waar verbleef Dirkje tussen 1998 en 2007?
Een van de leuke en mooie dingen van een SKP-archief is dat, als het goed is, deze door veel melders wordt gevoed. Is het niet gek dat de vis ook niet van elders is gemeld in die periode? Ja en nee. Ja, want Dirkje lijkt niet de slimste in het ontlopen van haken… Nee, want gezien de stektrouw van Dirkje in de periode 2007- 2011 is het aannemelijk (veel verder kunnen we op basis van de feiten niet gaan) dat Dirkje in de periode ervoor elders in de boezem een aantrekkelijke bocht in de Amstelboezem had gevonden. Een vergeten bocht waar toevallig geen (meldende) karpervisser actief was.
Daarmee hebben we meteen een aardige doordenker te pakken: Nomadische vissen lopen eerder tegen de (meld)lamp, maar honkvaste vissen vullen het grootste deel van de databestanden van SKP-en.
Het komt best vaak voor dat trouw aan een beperkte zone van een water na een jaar of wat ineens wordt beëindigd. Sterker, levenslange trouw aan één en dezelfde zone van open water is misschien eerder uitzonderlijk.
Hoe dan ook: het contrast tussen deze huismussen met de groep nomadische karpers is groot. Die grote verschillen in gedrag binnen één vissoort zijn echter ook geconstateerd bij blankvoorns en brasems. Ook daar zie je ‘moedige’ vissen die bepaalde gevaren trotseren en vissen die eieren voor hun geld kiezen en lang in een (quasi) beschermde omgeving blijven. Beide gedragingen kunnen evolutionaire voordelen hebben en beide gedragingen zijn dus ook gunstig voor de soort karper. Een soort risicospreiding van de natuur kun je het noemen.
De trouw van Dirkje aan haar ene bocht in de Amstel is bijna absurd, toch is ze één keer betrapt op ‘vreemdgaan’. Paaidrift was vast de drijfveer. In mei 2010 was Andres De Rouville de gelukkige om de vis in z’n net te krijgen maar liefst twee bochten verwijderd van ‘huis’. Dirkje was hoogzwanger en passeerde toen al even de 30 pond! Een paar weken later werd Dirkje alweer ‘gesnapt’ in haar eigen honk.
Het lijkt mij geen toeval dat het na 2011 absoluut stil is rond Dirkje. Dennis bewaakt de bocht van Dirkje nog altijd dus het lijkt er echt op dat de vis voor de tweede keer van stek is veranderd.
We laten het weten als Dirkje weer boven water komt!
Joris Weitjens