Historie
Ondoorzichtige wereld
Bij dit onderwerp past een waarschuwing vooraf. Ons is allengs duidelijk geworden dat de karperkweek/leverantie-wereld in het algemeen niet de meest transparante wereld is. Zeker nu anno 2019 de prijs voor mooi beschubde spiegelkarpers hoog ligt, lokt dat veel nieuwe leveranciers/kwekers die een graantje mee willen meepikken. Er wordt opvallend veel onderling gehandeld en leveranciers schermen hun adressen graag af om te voorkomen dat men rechtstreeks van kwekers koopt. Het komt ook voor dat (goedkope) partijen (mogelijk ongezonde) karper onder de naam van een andere bloedlijn duur worden verkocht. Dat maakt het erg lastig om de herkomst van uitzetkarpers te achterhalen.
Mede vanwege die ondoorzichtigheid beoordelen wij kwekers of leveranciers vooral op hun producten. Die beoordeling wordt, afhankelijk van de resultaten van (SKP-)monitoring, jaarlijks bijgesteld. Bij de BVK leren we elk jaar bij wat betreft het herkennen van uitzettypen/bloedlijnen (zie onze lijst) en zo kunnen we op den duur steeds beter de producten van kwekers en leveranciers duiden en eventueel ontmaskeren.
Vóór het uitzetseizoen publiceert de BVK een lijst met het meest aantrekkelijke aanbod aan kweekkarper rekening houdend met onze specifieke wensen en eisen. Hoewel wij daarbij voorzichtig te werk gaan, kunnen wij geen garanties geven dat een kweker of leverancier ook exact levert wat hij aanbiedt. Houd ons vooral op de hoogte van je bevindingen met uitzetkarpers en raadpleeg ons bij twijfel over de precieze herkomst.
Aanbod kweekkarper Nederland 1970-2020
De OVB (Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij) verzorgde van 1957 tot en met 2002 de uitzetkarpers in Nederland. De OVB ‘maakte’ z’n karpers zelf, aanvankelijk door middel van natuurlijke kweek en opgroei in vijvers en later door afstrijken en opgroei in een broedhal. Op het hoogtepunt van de OVB-karperkweek rond 1970 wordt jaarlijks ruim 80 ton gesubsidieerde karper uitgereden door geheel Nederland. Bij karpervissers rijst begin jaren 1990 twijfel en onvrede over het OVB-product, voornamelijk bestaande uit 25% wildbloed-schubkarpers en Valkenswaardspiegels.
Weinig mensen weten dat ook de OVB destijds bij een slechte oogst ‘bij-shopte’ bij consumptiekwekers. Ook werd tot in de jaren 1970 Duitse rassen/bloedlijnen ingekruist in de Valkenswaardbloedlijn(en).
Ontevredenheid over het product Valkenswaardspiegelkarper stak al gauw na het begin van de SKP’s in Nederland de kop op. De geleverde uitzetkarpers waren te klein, De term ‘snoekenvoer’ was heel gangbaar en er was ook twijfel aan de groeikracht. In 2001 zet SKP Nieuwkoopse plassen de toon door spiegelkarpers van de firma Vandeput (Zonhoven-België) te bestellen. Beroepsvissers zien in dezelfde periode 1999-2003 een gat in de markt en halen goedkope pootspiegels uit Oost-Europese landen (met Tsjechië als koploper). Ze worden in Nederland verkocht aan verenigingen; soms nota bene onder de naam van Hollandse polderkarpers!
In 2002 stopt de OVB met de kweek van vis en dus ook van karper. De KSN en COS komen met de OVB overeen dat de ouderdieren van de Valkenswaard bloedlijn worden aangehouden. De nieuwe eigenaar van Viskweekcentrum Valkenswaard – Jan van Mechelen – houdt zich aan de afspraak en zet tot vandaag aan toe (2019) elk jaar een kweek op met Valkenswaardspiegelkarpers en ook met (hoog gebouwde) nakomelingen van de OVB-schubs. Opgroei laat hij aanvankelijk vaak over aan kwekers in Duitsland en later ook bijvoorbeeld aan de beheerders van Villedon. Dat onderbrengen van Valkenswaardvingerlingen loopt tot 2014 echter vrij zelden uit een op een goede oogst.
Viskweekccentrum Valkenswaard zorgt er in de periode 2000-2016 wel steeds voor dat het tekort aan Valkenswaardkarpers wordt opgevuld met uitzetkarpers van andere kwekers/leveranciers. De hoofdmoot bestaat uit Duitse uitzetkarpers. Vooral spiegelkarpers maar ook schubkarpers, worden betrokken van een groot kwekerijbedrijf in de buurt van Dresden. In het algemeen met een vrij strakke bouw. Ook importeert Van Mechelen in die periode om het jaar spiegelkarpers vanuit Villedon, een bekend kweekcentrum/betaalwater in Frankrijk. De bouw daarvan is vrij slordig en typerend voor consumptiekarpers.
In 2016 stopt Viskweekcentrum Valkenswaard met het leveren van uitzetkarper (k2 en ouder). Wel levert Van Mechelen vanaf 2015 in toenemende mate vingerlingen en broed van Valkenswaardspiegels en Valkenswaardschubs aan verschillende (op)kwekers in Duitsland en in België (GebroedersVandeput).
Alternatieve kweekadressen
Vanaf 2007 vindt leverancier Carp Farm in Nederland een afzetmarkt. Carpfarm levert karper afkomstig van kweker(s) uit de Brennen (la Brenne Frankrijk). Het gaat om (vrij) kale consumptievissen en edelschubkarpers. Opvallend is anno 2007 de klantgerichte benadering en de goede behandeling van uitzetkarpers door medewerkers van Carpfarm. Later doet Carpfarm de nodige pogingen om te voldoen aan de wens van beter beschubde spiegels.
Vanaf 2010 kan ook de Duitse kweker Peschkes zijn stempel drukken in Nederland. Bestellingen worden geregeld via De KSN regio Zwolle en dat heeft er voor gezorgd dat deze karpers intussen in grote delen van het land rondzwemmen. Opvallend is hier de lage prijs voor karpers (4 euro per kg). Helaas laat de beschubbing van spiegelkarpers van deze kweker meestal te wensen over. Jarenlange inspanningen van Regio Zwolle om het product te verbeteren leveren uiteindelijk niets op. Als blijkt dat Peschkes niet zelf kweekt, maar net als zoveel andere kwekers hun karpers (als broed, vingerlingen of groter) opkoopt bij verschillende grote (consumptie)kwekers verbreekt Regio Zwolle in 2017 de banden met Peschkes.
Na jarenlange krapte aan de aanbodkant gaat het vanaf 2014 de goede kant op met voor uitzetting en monitoring geschikte karpers. Om geen valse verwachtingen te wekken nemen wij alleen de adressen op die zich over iets langere periode bewezen hebben. Het gaat dan om kwekers/leveranciers die per jaar tenminste circa 5 ton per jaar aan voor uitzetting geschikte uitzetkarpers kunnen leveren.
In Rijpwetering (Zuid-Holland) huist EDKO-vis, een kweker met aspiraties om een bijzondere rol te spelen in de voorziening van karper voor de karpervisserij. Anno 2019 heeft EDKO-vis veel voorzieningen waaronder een eigen broedhuis. Opgroei van deze Special Carp vindt plaats in de Haarlemmermeerpolder. Het aanbod aan Special Carp, zowel spiegelkarpers als edelschubkarpers, ligt thans rond de 12 ton per jaar.
Een andere vaste bron voor mooie spiegelkarpers is de firma Corten. Sinds 2014 haalt Corten jaarlijks een selectie mooi beschubde spiegels op bij een grote Tsjechische karperkweker. Corten levert tussen de 7 en 12 ton per jaar (voornamelijk aan SKP’s) in Nederland en België.
Vanaf 2016 leveren de gebroeders Vandeput uit Zonhoven mooi beschubde spiegelkarpers en (beperkt) op bouw geselecteerde edelschubs, ‘gemaakt’ en (soms) voorgestrekt (tot circa 12 cm) in Viskweekcentrum Valkenswaard.
Door de toegenomen vraag, de extra kosten voor zelf kweken en het nog steeds (anno 2018) beperkte aanbod is de prijs voor mooi beschubde spiegelkarper wel flink gestegen van 5 euro per kilogram naar ruim 7 euro per kilogram. Overigens is dat nog geen fractie van wat er in Engeland wordt betaald voor de aldaar speciaal gekweekte karpers. Het blijft wel ons streven dat er tegen een billijke prijs spiegelkarper en edelschubkarper wordt geleverd die aan onze wensen voldoet. (zie: ideale uitzetkarper)
Het valt op dat veel leveranciers uit een en dezelfde bron putten: Viskweekcentrum Valkenswaard. In 2018 waren er tenminste vier leveranciers die uit deze bron mooi beschubde spiegelkarpers aanboden. Hoewel het verheugend is dat karperbeheerders niet langer zijn aangewezen op kale consumptiespiegels blijft variatie in uitzettypen ons streven. Het zou prachtig zijn als elke kweker/leverancier op den duur een geheel eigen product zou kunnen leveren waarbij ook de edelschubkarpers niet worden vergeten.
Vlaanderen
In de openbare wateren van Vlaanderen is de leverantie van karper anders geregeld. SKP’s hebben daar sinds 2001 heel lang nauwelijks invloed gehad op de keuze van het type (spiegel)karper, al helemaal niet op de leverancier. Het is de Provinciale visserijcommissie (PVC) die in overleg met het agentschap Natuur en Bos (ANB) beslist over uitzettingen. In de regel wordt er voor de goedkoopste aanbieder van pootvis gekozen (de overheid hanteert een systeem van ‘gunningen’, lopende over een periode van vier of vijf jaar). Dan kom je bijna automatisch terecht bij kwekers die een product leveren dat eigenlijk bestemd is voor de consumptiemarkt.
Wat ook opvalt is dat hier tot aan de opstart van de eerste SKP’s voornamelijk k1 karpers (*) werden geleverd voor karperuitzettingen. Ook grote, volwassen karpers uit visreddingen (dempen van vijvers, droogte, droogleggen met het oog op baggerwerken, …), worden nu en dan uitgezet op openbaar water. Na 2001 is er een duidelijke toename van k2 en k3-leveranties. Duurder maar ook duurzamer. Bekende kwekers en leveranciers zijn Bijnens, Corten, Vandeput en Van Stalle. Onder meer door zitting te nemen in zo’n provinciale visserijcommissie hebben Vlaamse karpervissers inmiddels behoorlijk invloed op het formaat, de hoeveelheid en uitzetlocatie.
In de zomer van 2013 is er een overleg geweest tussen kwekers, visserijbiologen (verbonden aan ANB) en vertegenwoordigers van karpervissers (VBK en BVK). Een van de uitkomsten was dat voor uitzettingen in België voor afgesloten wateren gebruik gemaakt gaat worden van k1 spiegels. Het vermoeden is immers dat daarvan het rendement (de verhouding tussen prijs en overleving van karper) het grootst is. Goed vijf jaar na datum blijkt de kaart van k1 nog steeds niet gespeeld. De grootste reden hiertoe is het moeilijk kunnen inschatten van wat ‘overblijft’. Stel dat zo’n uitzetting van een paar honderd stuks het verrassend goed doet qua overleving, dan heb je op klein afgesloten water (denk aan troebel water met weinig ruimte voor predatoren die op het zicht jagen) al gauw een overbezetting aan karper.
De provincies die samenwerken met Corten (Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Vlaams Brabant) mogen zich in de handen wrijven. Fraaie Tsjechen geven daar zoetjesaan het ‘karperlandschap’ een fraai en divers kleurtje. Voor de twee andere provincies (West-Vlaanderen en Limburg) is het telkens weer bang afwachten wat er uit de vracht- of aanhangwagen getoverd wordt.