Juli 2016 – Klein duimpje en de zevenmijlsvinnen

Tijdens de wisselvallige zomer van 2016 wist Mathieu Barbier zijn zevende projectspiegel van het kalenderjaar 2016 op het kanaal Gent-Oostende (voortaan afgekort als KGO) te vangen. Jawel, zeven projectspiegels. Niet minnetjes hoor, ook al staat het KGO niet meteen te boek als moeilijk water. De schubkarpers hebben er immers nog steeds de bovenhand, ondanks de reeds 750 uitgezette projectspiegels.

Mathieu met Klein Dumpje

Toen Mathieu me de foto’s bezorgde, kreeg ik meteen de typische beschubbing aan de staartwortel in de smiezen. Een handig kenmerk van de 2010 lichting uit West-Vlaanderen (Moerbrugge). Niet zelden staan daar drie à vier relatief grote schubben, keurig op een rijtje. Zo ook bij deze vis.

Handelsmerk van de KGO-2010 spiegels

Alleen het vangstgewicht… amper 6.7kg. Terwijl die lichting anno 2016 gemiddeld 10 à 11 kg laat optekenen…

Overtuigd door de staartbeschubbing klikte ik meteen het mapje ‘2010’ aan. Binnen de kortste keren had ik ‘m te pakken. Bij nummer 296 was er een overtuigende match. Soms zoek je uren, soms heb je ‘m in anderhalve minuut.

Plankfoto Linkerzijde    Plankfoto Rechterzijde

Nieuwsgierig werd het excel-bestandje met monitoringsgegevens van KGO aangeklikt. En jawel, een eerste melding van deze vis. Altijd leuk, dat weten de projectverantwoordelijken onder ons wel. Dat brengt het terugmeldpercentage van deze lichting op een keurige 31%.

Een melding die meteen vragen oproept.

Gezien de vrij hoge terugmeldreflex in die regio, mogen we er zo goed als zeker vanuit gaan dat dit ook écht de eerste vangst betreft. Een eerste vraag is, hoe slaag je er als vis in om zes jaar na elkaar het schepnet te vermijden? Want, de plaats van terugvangst was niet eens zo gek ver van de uitzetplaats verwijderd. Absoluut een zone die relatief hoog aangeschreven staat bij karpervissers. Het is dus niet dat deze vis geen vissers kruiste op zijn of haar pad, de afgelopen jaren…

Is het mogelijks een vis met een aparte voedselvoorkeur? Want laten we eerlijk zijn, op zes jaar tijd is dit ‘klein duimpje’ geeneens vijf kilogram in gewicht toegenomen. Heeft dit beestje misschien een uitgesproken voorkeur voor klein aas? Rode muggenlarven ofzo? Is het geen schrokker, maar eentje die denkt; “ik hoef helemaal niet aan te komen, zolang de weerstand maar voldoende is aangesterkt”? Wie het weet, mag het zeggen!

In eerdere edities van ‘spiegel van de maand’ bracht de BVK al mogelijke oorzaken van trage groei naar voren. Lees er bijvoorbeeld nog maar eens ‘het hummeltje van KGO’ of ‘de dwerg’ op na.

Bij het zien van de vangstfoto’s vielen mij gelijk de indrukwekkende vinpartijen op. Zeker als je die vergelijkt met de plankfoto. Kweekkarpers hebben vergeleken met hun verwilderde soortgenoten vaak kleine vinpartijen, en die blijven verhoudingsgewijs ook klein, naarmate de vis groter wordt. Bij ‘klein duimpje’ zijn de vinnen wel flink gegroeid, in tegenstelling tot de rest van zijn of haar lijf. Ik vind dat best stoer hoor, zulke imposante peddels! Waarschijnlijk is de grootte van de vinnen een meer betrouwbare indicatie van leeftijd dan lichaamslengte plus –gewicht. Iets om op te letten in de toekomst.

Een stoere aanblik !
Minder imposant, maar voor mij persoonlijk absoluut mooi zijn de vele parelschubjes aan de staartwortel. Op de plankfoto zijn er enkele te zien, en die zijn allerminst verdwenen, integendeel. Soms komen die ‘speldenknopjes’ erbij en soms verdwijnen ze en dat maakt ze tot een onbetrouwbaar ‘matchingpoint’. Dat is meteen een dankbaar onderwerp voor één van de volgende ‘spiegels van de maand’…

Mooi toch, die pareltjes?
Zo zie je dat ogenschijnlijk alledaagse meldingen ons toch de ruimte en kansen geven om na te kaarten. Onze passie en (hopelijk ook jullie) plezier.

Bedankt voor het melden, Mathieu!

Filip Matthys

FacebooktwittermailFacebooktwittermail